Thema 2 Zorg voor de maaltijd 1: Hoofdstuk 5

Huishouden en wonen



Thema 2: Zorg voor de maaltijd 1


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Huishouden en wonen



Thema 2: Zorg voor de maaltijd 1


Slide 1 - Tekstslide

Huishouden en wonen



Thema 2: Zorg voor de maaltijd 1

H5  Mens en voeding
H6 
Voeding en leeftijd
H7  
Voedselverzorging
H8 
Tafeldekken, voorbereiden, serveren afruimen en afwassen
H9 
Tussengerechten voorbereiden en serveren


Slide 2 - Tekstslide

Huishouden en wonen



Doel van de lessen over zorg voor de maaltijd 1:


Aan het eind van deze periode kun jij als beroepskracht

Verpleegkundigegoede voedingsadviezen geven aan

de
zorgvragers die jij verpleegd.


Slide 3 - Tekstslide

Huishouden en wonen






5. Mens en voeding

Slide 4 - Tekstslide

Ik weet dat ik goed eet als ik
A
heel veel groente en fruit eet
B
gevarieerd eet volgens de schijf van 5
C
veel aardappelen eet met jus en groente
D
veel toetjes zoals yoghurt en vla eet

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Voedingsmiddelen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsstoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen ken je?

Slide 8 - Woordweb

Huishouden en wonen






5. Mens en voeding

Slide 9 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Doel van deze les:

Aan het einde van deze les heb je voldoende
kennis van voeding en voedingsstoffen om een
gezonde maaltijdkeuze te kunnen maken voor jezelf
of voor een zorgvrager

Slide 10 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Betekenis van voeding
Wat heeft eten voor betekenis of functie voor jou?
- Lichamelijke functie
- Geestelijke functie
- Sociale functie
- Religieuze functie

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen?

Slide 12 - Open vraag

5. Mens en voeding



Voedingsstoffen zijn nodig om gezond te blijven, bijvoorbeeld koolhydraten en vitaminen. Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen.


Voedingsmiddelen zijn producten. We zeggen ook wel levensmiddelen.

Slide 13 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen zijn gezond?

Slide 14 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Vetten:    Leveren energie en vitamines
- Vitamine A  D   E  en  K zijn alleen  in  vet oplosbaar
- Plantaardige vetten
- Dierlijke vetten
- Verzadigde vetten
- Onverzadigde vetten  

Slide 15 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Koolhydraten  
- Zetmeel zoals in pasta, aardappelen, rijst, brood  en peulvruchten
- Suikers  zoals in fruit, snoep,  gebak en koek.
- Voedingsvezels  zoals in volkorenbrood, volkoren graanproducten, groente, fruit en peulvruchten  

Slide 16 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Eiwitten
Belangrijke bouwstof
- Zit in plantaardige producten
- Zit in dierlijke producten
- Veel  voedselallergiën  worden door eiwitten veroorzaakt  zoals gluten, noten, schaaldieren

Slide 17 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Vitaminen

- Vitamine A, D, E en K zijn in vet oplosbaar.

- Vitamine B  1 t/m 12. Brood granen maar ook in vlees zorgt dat alles in je lichaam goed werkt

- Vitamine C Groente en fruit: Weerstand

- Vitamine B en C zijn in water oplosbaar (groenten kort koken
in klein laagje water).
Maar ook worden ze minder werkzaam als ze in aanraking komen met lucht.

Slide 18 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Vitaminen

- Vitamine D  Zonlicht op je huid. Nodig om kalk in de botten vast te leggen. Bij een tekort , vitamine D druppels geven
- Vitamine E  Volkorenbrood ,  plantaardige oliën en vetten.
Nodig voor vorming rode bloedcellen en de opbouw, herstel en de instandhouding van spierweefsels.
- Vitamine K  Nodig bij bloedstolling. Met  name baby’s  hebben  bij borstvoeding tot 3  maanden extra Vitamine K nodig.

Slide 19 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Mineralen
- Calcium: geeft stevigheid aan de botten  en gebit
- Jodium: Goede werking van de schildklier
- IJzer: Bouwstof voor het bloed
- Natrium: om vocht in lichaam op peil te houden

Slide 20 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Water
- Zorgt ervoor dat de cellen de juiste vorm houden
- Zorgt voor vervoer
- Regelt de lichaamstemperatuur
- Oplosmiddel voor allerlei stoffen

Slide 21 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Voedingsvezels

- Stimuleert de darmen

- Voorkomt opstipatie

- Zorgen voor een verzadigd gevoel

- Zitten in volkorenbrood, volkoren graagproducten, groente, fruit en peulvruchten

Slide 22 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Aandachtspunten vorige Schijf van 5:

- Eet gevarieerd

- Eet niet te veel

- Eet weinig of geen verzadigd vet

- Eet veel groente en fruit

- Let op de veiligheid




Slide 23 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Aandachtspunten nieuwe schijf van 5:

- Veel volkoren

- Minder vlees en meer plantaardig

- Genoeg zuivel

- Een handje ongezouten noten

- Veel groente en fruit

- Zachte of vloeibare smeer- en bereidingsvetten

- Voldoende vocht







Slide 24 - Tekstslide

5. Mens en voeding



Wat hebben we geleerd?


5 meerkeuzevragen, 20 seconden per vraag


Succes!




Slide 25 - Tekstslide

Wat is de brandstof voor de mens?
A
Zon
B
Lucht
C
Benzine
D
Voedingsstoffen

Slide 26 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen zitten er vooral in spaghetti?
A
koolhydraten
B
vetten
C
vitamines
D
water

Slide 27 - Quizvraag

Voedingsstoffen zijn alle bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen.
Dit is ..........
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Waar staan alleen maar voedingsstoffen?
A
Eiwit, melk, vet, brood
B
Eiwit, olie, zetmeel, water
C
Eiwit, vet, zetmeel, water
D
Ei, melk, brood, water

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn functies van voeding?
A
Geestelijk
B
Religieus
C
Lichamelijk
D
Sociaal

Slide 30 - Quizvraag

Noem twee dingen die je vandaag hebt geleerd:

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide