Spookjes les 3: Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Tekstslide

Spookjes les 3: Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

Slide 3 - Tekstslide


Deze les:
  • Terugblik
  • Instructie
  • Opdrachten maken
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 4 - Tekstslide


Terugblik:
In de vorige les hebben we een kennisquiz gedaan over sprookjes. Wat weet je nog?

Slide 5 - Tekstslide

Met welke zin begint een sprookje vaak?
A
Er was eens...
B
Honderd jaar geleden...
C
In het begin...

Slide 6 - Quizvraag

Hoe eindigt een sprookje meestal?
A
En ze waren heel blij ...
B
En ze leefden nog lang en gelukkig...
C
En hier eindigt het ...

Slide 7 - Quizvraag

Een meisje dat koekjes naar haar oma brengt.
A
Roodkapje
B
Assepoester
C
Doornroosje

Slide 8 - Quizvraag

Een meisje dat de hele dag moest poetsen.
A
Doornroosje
B
Sneeuwwitje
C
Assepoester

Slide 9 - Quizvraag


Lesdoel:

Ik weet wat lidwoorden en zelfstandige naamwoorden zijn en kan deze in een zin herkennen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welk lidwoord staat in deze zin:

Wie kon het glas limonade vanochtend niet drinken?

Slide 12 - Open vraag

Welk lidwoord staat in deze zin:

Bianca kocht een leren jasje in het kleine winkeltje op de hoek.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
Karin, heb jij rozen gegeven aan je vriendje?

Slide 15 - Open vraag

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
Tygo heeft kaas en ham op de broodjes gedaan.

Slide 16 - Open vraag

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
In september gaan we altijd paardrijden op de Veluwe.

Slide 17 - Open vraag

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
Vorige maand heeft Mohamed zijn abonnement bij Vodafone opgezegd.

Slide 18 - Open vraag

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
Tijdens het hardloopwedstrijdje struikelde Jorn bijna over een kat.

Slide 19 - Open vraag


Maak het opdrachtblad over 
lidwoorden en 
zelfstandige naamwoorden



timer
30:00

Slide 20 - Tekstslide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk:

Maak het opdrachtblad over 
lidwoorden en 
zelfstandige naamwoorden
af

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide