2.1 Wind

Wind




Orkanen en Tornado's
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wind




Orkanen en Tornado's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen en planning
Aan het einde van de les weet je:
  • wat wind is;
  • hoe wind ontstaat;
  • wat de schaal van Beaufort is;
  • wat hoge- en lagedruk- gebieden zijn
  • welke invloed drukgebieden hebben op de wind.
  • Uitleg
  • Opdrachten maken (Learnbeat)
  • +Opdracht
  • Trainingstoets

      = verplicht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wind

Slide 3 - Tekstslide

Met wind bedoelen we de beweging van de lucht rond de aarde.

Door een warmtebron gaan de luchtdeeltjes sneller bewegen en neemt het volume. De lucht wordt lichter en stijgt op. De lucht wordt dan lichter en stijgt op. Dit noemen we een luchtstroming. Tijdens deze stijgende luchtstromingen ontstaat er tekort aan luchtdeeltjes. De druk is hier dan lager dan normaal. Er vormt zich een lagedrukgebied (L). Eromheen blijft de luchtdruk gelijk of neemt toe. Dit noemen we een hogedrukgebied (H). Omdat de lucht in evenwicht wil zijn gaan er luchtdeeltjes van het hogedrukgebied verplaatsen naar het lagedrukgebied. Dit verschijnsel noemen we wind. 


Wind

Slide 4 - Tekstslide

De windkracht kun je meten met een windmeter. Die staat in een open gebied boven op een mast van 10 m hoogte. Als de wind een snelheid haalt van 50 km/u, waait het behoorlijk hard. Bij een kracht van 100 km/u zeg je dat het stormt (figuur 2).

De windkracht werd vroeger gemeten aan de hand van de schaal van Beaufort (bedacht door admiraal Beaufort).  Ze hadden toen nog geen windmeter. Bij een windkracht van 0 of 1 op de schaal van Beaufort waait het niet of bijna niet. Windkracht 12 is het hoogste getal op de schaal van Beaufort. Als het zo hard waait, is er een orkaan.


Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wind waait van.......
A
Hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden
B
Lagedrukgebieden naar hogedrukgebieden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 op schaal van Beaufort
6 op schaal van Beaufort
12 op schaal van Beaufort

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hogedruk- en lagedrukgebieden

Slide 8 - Tekstslide

Rond de evenaar is altijd een lagedrukgebied. De lucht wordt hier opgewarmd door de zon en de lucht stijgt op. Deze lucht wordt naar boven naar de zijkanten gedrukt zoals je kan zien bij figuur 2. Na een tijdje zakt de afgekoelde lucht weer naar beneden. Hier ontstaat er een hogedrukgebied. Vanaf hier wordt de druk afgevoerd naar plekken waar weer een lagedrukgebied is. Dit is weer bij de tropen. Zo ontstaat er een wind die bijna altijd waait tussen het hoge drukgebied en de evenaar. Deze wind noemen we passaatwinden.
Figuur 3. Westenwinden
Rond de poolen (Noordpool en Zuidpool) is het koud en daar is de lucht zwaar. Hier is altijd een hogedrukgebied Het overschot aan lucht wordt weggedrukt naar lagedrukgebieden. Vanaf hier wordt er warme lucht die vanaf de evenaar komt aangevoerd. Deze twee verschillende warmte luchtstromen botsen met elkaar (zie figuur 3). Omdat koude lucht zwaarder is dan warme lucht gaat de warme luchtstroom over de koude luchtstroom heen. Deze winden noemen we de westenwinden. Deze winden voelen we soms ook in Nederland.

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Maken in Learnbeat


Paragraaf 1.1
Wind
Opdrachten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als windkracht 12 is deze les tot een einde gekomen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies