Les 4

Les 4
Vandaag komt alles samen en maken we jullie kunstwerk af!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalLevensbeschouwing+3BasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 4
Vandaag komt alles samen en maken we jullie kunstwerk af!

Slide 1 - Tekstslide

Inventariseer van te voren hoe ver iedereen is. Moeten er nog stempels gemaakt of uitgeprobeerd worden?
Wat weet je nog van de vorige les?
Zijn je stempels al af?

Slide 2 - Tekstslide

Blik kort terug op de vorige les.
Wat weet je er nog van? Kan je nog iets vertellen over wat je hebt geleerd over je buur?

Inventariseer van te voren hoe ver iedereen is. Moeten er nog stempels gemaakt of uitgeprobeerd worden?
Bekijk eerst nog een keer de video over hoe je stempels maakt.

Slide 3 - Tekstslide

Blik kort terug op de vorige les.
Wat weet je er nog van? Kan je nog iets vertellen over wat je hebt geleerd over je buur?

Inventariseer van te voren hoe ver iedereen is. Moeten er nog stempels gemaakt of uitgeprobeerd worden?

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hulp nodig?
Bekijk de stappen van de instuctable.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar beginnen we mee?
(stap 1 - 4)
  1. Ontwerp met potlood op papier eerst je eigen stempels.
  2. Tevreden met je ontwerp? Teken 'm nu na op het foampapier.
  3. Knip het ontwerp uit.
  4. Plak het foampapier op een stevig stuk karton.

Slide 6 - Tekstslide

Leerlingen gaan nu zelf aan de slag met het maken van hun eigen stempels. Benadruk dat doormiddel van tekst en symbolen, elementen van hun identiteit te zien zijn. 
Laat ze minimaal 2 stempels maken.

Punten om rekening mee te houden:
  • Eerst schetsen op papier dan pas op foampapier.
  • Letters uitknippen in spiegelbeeld.
  • Uitsnijden ook in negatief (doorkijkje).
  • Gebruik dik karton om de foamstempels op te plakken.
En hoe nu verder?
(stap 5 - 9)
Gebruik een groot vel papier om afdrukken te maken met je stempel.

5. Leg wat inkt op de plek waar je gaat rollen en rol de inkt goed uit.
6. Rol de inkt over de stempel.
7. Leg je stempel op de plek waar je de afdruk wilt hebben en druk goed aan.
8. Haal de stempel eraf.
9. Klaar!

Slide 7 - Tekstslide

Leerlingen gaan nu zelf aan de slag met het maken van hun eigen stempels. Benadruk dat doormiddel van tekst en symbolen, elementen van hun identiteit te zien zijn. 

Punten om rekening mee te houden:
  • Eerst schetsen op papier dan pas op foampapier.
  • Letters uitknippen in spiegelbeeld.
  • Uitsnijden ook in negatief (doorkijkje).
  • Gebruik dik karton om de foamstempels op te plakken.
Test fase
  • test je stempels eerst even uit!
  • experimenteer met kleuren, hoeveelheid inkt en hoe hard je moet aandrukken.
  • stempel op een leeg A4 en knip de afdruk uit. 
  • zo kan je uitproberen waar je de stempel wilt plaatsen.

Slide 8 - Tekstslide

Leerlingen gaan nu zelf aan de slag met het maken van hun eigen stempels. Benadruk dat doormiddel van tekst en symbolen, elementen van hun identiteit te zien zijn. 

Ze kunnen de gemaakte afdrukken uitknippen om te kijken waar ze de stempels op hun eindontwerp willen plaatsen.

Punten om rekening mee te houden:
  • Eerst schetsen op papier dan pas op foampapier.
  • Letters uitknippen in spiegelbeeld.
  • Uitsnijden ook in negatief (doorkijkje).
  • Gebruik dik karton om de foamstempels op te plakken.
  • De klas kan ook samen letterstempels maken. Elke leerling kan bijvoorbeeld één letter maken. Dit mag dan in verschillende vormen en maten.
Loop je checklist goed na!

Slide 9 - Tekstslide

Leerlingen gaan nu zelf aan de slag met het maken van hun eigen stempels. Benadruk dat doormiddel van tekst en symbolen, elementen van hun identiteit te zien zijn. 

Punten om rekening mee te houden:
  • Eerst schetsen op papier dan pas op foampapier.
  • Letters uitknippen in spiegelbeeld.
  • Uitsnijden ook in negatief (doorkijkje).
  • Gebruik dik karton om de foamstempels op te plakken.
  • De klas kan ook samen letterstempels maken. Elke leerling kan bijvoorbeeld één letter maken. Dit mag dan in verschillende vormen en maten.
Voorbeelden eindontwerp

Slide 10 - Tekstslide

Stel je een kunstwerk voor dat bestaat uit een collage van verschillende lagen:

Achtergrond: Éen centrale foto van de leerling zelf die de identiteit van de leerling vertegenwoordigt.
Middenlaag: Doormiddel van stempeltechniek worden verschillende symbolen, patronen en kleuren gebruikt om diversiteit en identiteit te vertegenwoordigen.
Tekstuele elementen: Verspreid over het kunstwerk kunnen handgeschreven of uitgeknipte teksten worden toegevoegd die reflecteren op identiteit, diversiteit, persoonlijke ervaringen of citaten die de boodschap van het kunstwerk versterken. Deze tekst kan worden geschreven in verschillende talen of handschriften om diversiteit verder te benadrukken.
Het uiteindelijke kunstwerk kan een krachtig visueel statement zijn dat de complexiteit en rijkdom van de identiteit van de leerling viert.

Kunstgallerij
  • Zoek een mooi plekje voor je kunstwerk. 
  • Schrijf op een briefje waar je zelf trots op bent, dit mag over je kunstwerk gaan maar mag ook over jezelf gaan.

Slide 11 - Tekstslide

Leerlingen gaan nu zelf aan de slag met het maken van hun eigen stempels. Benadruk dat doormiddel van tekst en symbolen, elementen van hun identiteit te zien zijn. 

Punten om rekening mee te houden:
  • Eerst schetsen op papier dan pas op foampapier.
  • Letters uitknippen in spiegelbeeld.
  • Uitsnijden ook in negatief (doorkijkje).
  • Gebruik dik karton om de foamstempels op te plakken.
  • De klas kan ook samen letterstempels maken. Elke leerling kan bijvoorbeeld één letter maken. Dit mag dan in verschillende vormen en maten.
Kunstgallerij
Loop samen langs alle kunstwerken en sta stil, kijk goed en vraag jezelf af; 
Welke symbolen worden er gebruikt? Welke tekst? Wat valt op? Wat zijn de verschillen?

Laat het kunstwerk iets zien over de identiteit van de maker?
 Hoe zie je dat? 

Slide 12 - Tekstslide

Leerlingen gaan nu zelf aan de slag met het maken van hun eigen stempels. Benadruk dat doormiddel van tekst en symbolen, elementen van hun identiteit te zien zijn. 

Punten om rekening mee te houden:
  • Eerst schetsen op papier dan pas op foampapier.
  • Letters uitknippen in spiegelbeeld.
  • Uitsnijden ook in negatief (doorkijkje).
  • Gebruik dik karton om de foamstempels op te plakken.
  • De klas kan ook samen letterstempels maken. Elke leerling kan bijvoorbeeld één letter maken. Dit mag dan in verschillende vormen en maten.