Zoals jullie net hebben kunnen zien gebruiken we voor vaste eigenschappen
ser en voor tijdelijke eigenschappen
estar. Daarnaast gebruiken we bij de beschrijvingen van karakter en uiterlijk ook vaak het ww
tener.
Let op: tener + het lidwoord (el/la/los/las) + zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord (beschrijving)
Voorbeeld: Tiene los ojos azules. - Hij heeft blauwe ogen.