7.3 Europese samenwerking

7.3 Europese samenwerking
Hoe leidde de wederopbouw in de West-Europese landen tot het begin van de Europese integratie?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.3 Europese samenwerking
Hoe leidde de wederopbouw in de West-Europese landen tot het begin van de Europese integratie?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- De leerling kan het begrip supermacht uitleggen.
- De leerling kan het begrip Marshallplan uitleggen.
- De leerling kan het begrip Trumandoctrine uitleggen.
- De leerling weet wie er bedoeld wordt met het Rode Gevaar/Red Scare.
- De leerling kan het begrip Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) uitleggen.
- De leerling kan het begrip Europese Economische Gemeenschap (EEG) uitleggen.
- De leerling kan het begrip Europese Unie (EU) uitleggen.
- De leerling kan voordelen en nadelen van de EU herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide


The Red Scare
1949-1953




'Heksenjacht' in de VS op alles wat maar leek op communisme 
onder leiding van senator Joseph McCarthy

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Supermacht, een nieuwe aanpak
VS is in tegenstelling tot EU en SU betrekkelijk ongeschonden uit WOII gekomen.
De VS ontwikkelt zicht tot een supermacht die de rol van scheidsrechter op het wereldtoneel naar zich toe trok.  Zij waren immers niet alleen economisch sterk, maar ook de enige die beschikten over het allesvernietigende atoomwapen.

Toch konden de Amerikanen niet verhinderen dat in veel landen de communisten de macht in handen kregen. Om een verdere uitbreiding van het communisme tegen te gaan, kwam er een  in 1947 de Trumandoctrine. De Amerikanen beseften echter goed dat alleen politiek en militair ingrijpen niet voldoende was om ‘het Rode Gevaar’ te stoppen. Economische steun was nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat was de Trumandoctrine?
A
Economische steun aan alle landen die slachtoffer zijn geworden van de Duitse bezetting.
B
Militaire steun bieden aan nieuwe dictaturen.
C
Economische en militaire steun aan alle landen die het communisme buiten wilden houden.
D
Economische en militaire steun aan alle communistische landen.

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is het voor arme landen aantrekkelijk om voor het communisme te kiezen?
A
Hierdoor worden ze rijker
B
Iedereen is daar gelijk
C
Hierdoor konden ze het Marshallplan aannemen
D
Hierdoor hadden ze vrijheid van meningsuiting

Slide 8 - Quizvraag

Marshallplan
  • Marshallplan: geld en goederen vanuit de VS > Europese economie weer op gang geholpen.
    Ook gunstig VS zelf > weer spullen verkopen aan Europa.


  • Om de wederopbouw te stimuleren...

  • Ook om landen uit handen van het communisme te houden...

    Slide 9 - Tekstslide

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    Leg uit dat het Marshallplan zowel een economisch als politiek doel had.

    Slide 12 - Open vraag

    Slide 13 - Video

    Tekst

    Slide 14 - Tekstslide

    Europese Economische Gemeenschap (EEG)
    In 1957 tekenen Europese leiders het Verdrag van Rome, waardoor de EEG wordt opgericht.

    Binnen de EEG kwam er een gemeenschappelijke markt en betere samenwerking op het gebied van o.a. landbouw, handel en transport.

    Slide 15 - Tekstslide

    Europese Unie
    In 1995 werd zelfs de Europese Unie opgericht. Hierin wordt zelf Europese wetgeving en een algemeen Europees beleid afgesproken.

    Slide 16 - Tekstslide

    De EGKS is de
    A
    Nederlandse Gemeenschap voor Kolen en Staal
    B
    Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
    C
    Europese Economische Gemeenschap
    D
    Nederlandse Economische Gemeenschap

    Slide 17 - Quizvraag

    Voor-en nadelen EU
    Veel mensen zien de voordelen van de EU: vrede, één gemeenschappelijke munt, betere economische samenwerking en daardoor meer economische groei en werkgelegenheid, vrij reizen, gezamenlijke afspraken over het milieubeleid, Europese studiebeurzen en uitwisselingen van studenten. Etc.

    De afgelopen decennia is echter op detailgebieden een overmaat aan regels gegroeid.  Daardoor groeide in verschillende landen het ongenoegen met de ‘Brusselse regelzucht’.






    Slide 18 - Tekstslide

    Huiswerk
    Maken van 7.3:
    H3: Opdracht 2, 4, 7, 9, 10, 11
    Klaar? Lees 7.4 en schrijf vragen op over wat je niet goed van de theorie begrijpt

    Slide 19 - Tekstslide

    Begrippenlijst
    Supermacht: Land dat zo veel macht heeft dat het in staat is om de loop van de (wereld)geschiedenis beslissend te beïnvloeden.

    Marshallplan: Economisch hulpprogramma van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marshall, om na de Tweede Wereldoorlog Europa weer op de been te brengen.

    Europese Economische Gemeenschap (EEG): Samenwerkingsverband tussen Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië om een gemeenschappelijke markt te vormen met een vrij verkeer van personen, goederen en diensten.

    Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS): Eerste Europese supranationale organisatie, opgericht om de kolen- en staalindustrie gezamenlijk te beheren (lidstaten: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië).

    Europese Unie (EU): Samenwerkingsverband tussen Europese landen op economisch, politiek en juridisch gebied.

    Slide 20 - Tekstslide

    Antwoord op de deelvraag: Hoe leidde de wederopbouw in West-Europese landen tot het begin van de Europese integratie?
    Vanaf 1945 werd duidelijk dat de hoofdrol van Europa op het wereldtoneel was uitgespeeld: voortaan waren de VS en de SU de supermachten. Gaandeweg raakten de landen in West-Europa ervan overtuigd dat de wederopbouwproblemen het best konden worden opgelost door met elkaar samen te werken. De Europese samenwerking begon op het gebied van de ijzer- en staalindustrie en de steenkoolmijnbouw (1951) en werd later verbreed tot steeds meer economische gebieden (1957).

    Na de economische samenwerking volgde later de politieke integratie. Een groot deel van de Europese landen maakt nu deel uit de EU (en dit aantal zal in de toekomst waarschijnlijk nog maar toenemen, hoewel het eerste land de EU verlaat). Dit neemt niet weg dat de Europese integratie een moeizaam proces is met veel vallen en opstaan.

    Slide 21 - Tekstslide