Basisstof 3 Het ademhalingsstelsel van de mens
bronchiën - Vertakkingen van de luchtpijp.
gaswisseling - Opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide.
huig - Sluit de neusholte af tijdens slikken.
keelholte -Holte waarin bij inademing lucht uit de neus - of mondholte komt voordat deze naar de luchtpijp gaat.
kraakbeenringen - Zorgen ervoor dat de luchtpijp en bronchiën altijd openstaan.
longblaasjes - Deel van de longen waarin de gaswisseling plaatsvindt.
longhaarvaten - Vormen een netwerk van kleine bloedvaatjes om de longblaasjes.
luchtpijp - Hierdoor gaat de lucht van de keelholte naar de longen.
luchtpijptakjes - Kleinste vertakkingen van de bronchiën.
neusharen - Houden in de neusholte grote stofdeeltjes tegen.
neusholte - Holte waarin lucht komt bij de neusademhaling.
neusslijmvlies - Slijmvlies dat de binnenkant van de neusholte bedekt.
strotklepje - Sluit de luchtpijp af tijdens slikken.
trilharen - Haren op cellen in het slijmvlies van de luchtwegen; door een golvende beweging hiervan gaat slijm naar de keelholte.