VEI 2M 1.3 Ademhalen

Fijn dat je er bent!
Leg je boek en laptop vast op tafel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Fijn dat je er bent!
Leg je boek en laptop vast op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 
  1.  aanwezigheid
  2. Nakijken huiswerk (samen)
  3. Herhalen 1.2
  4. uitleg 1.3 Ademhalen
  5. Aan de slag met huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Geef de formule van verbranding

Slide 3 - Open vraag

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 4 - Quizvraag

Wat is gezonder:
ademhalen door je neus of ademhalen door je mond?
A
Door je neus
B
Door je mond

Slide 5 - Quizvraag

Welk orgaan hoort NIET bij het ademhaling-stelsel?
A
luchtpijp
B
slokdarm
C
longen
D
luchtpijptakjes

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is ademhaling door de neus gezonder, dan ademhaling door de mond?
A
De lucht wordt kouder en droger gemaakt in je neus
B
Door de smaakpapillen in je neus
C
Je neus keurt de lucht en kan je waarschuwen.
D
Anders wordt je keel te droog.

Slide 7 - Quizvraag

verslikken 
slikken
ademhalen

Slide 8 - Sleepvraag

neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 9 - Sleepvraag

Longblaasje
longen
Bronchiën

longtakje
Luchtpijp n

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

1.4 ademhalen

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel:
  • Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven
  • Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
  • Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Ingeademde lucht en uitgeademde lucht

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Waarom zijn de wanden van de longblaasjes zo dun?
A
Dan heb je meer ruimte voor de longblaasjes.
B
Daardoor heb je heel veel longblaasjes.
C
Daardoor gaat de gaswisseling snel.
D
Er is geen reden.

Slide 22 - Quizvraag

Je zuigt lucht naar binnen, waardoor de longen groter worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk
  • Markeer de belangrijke stukken tekst van  1.3
  • Maak de opdrachten van 1.3 1 t/m 7

Slide 24 - Tekstslide