2H_Nask_3.3

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.

1. warmte energie --> chemische energie
2. elektrische energie --> warmte energie
3. chemische energie --> warmte energie
4. warmte energie --> elektrische energie

Een warmte-bron levert een vorm van ...?

1. Warmte - energie
2. Licht - energie
3. Elektrische - energie
4. Groene - energie

Wat is de nuttige energie van dit apparaat?

1. chemische energie
2. stralingsenergie
3. bewegingsenergie
4. elektrische energie

geleider of isolator:
metaal

1. geleider
2. isolator

geleider of isolator:
steen

1. geleider
2. isolator

Kunststof is een ???

1. Geleider
2. Half geleider
3. Isolator
4. Slechte Isolator

De radiator geeft warmte af door...

1. Warmtestraling
2. Warmtestroming
3. warmtestraling en warmtestroming
4. warmtestraling, warmtestroming en warmtegeleiding

Warmtegeleiding = warmtetransport door.....

1. Een isolator
2. Luchtcirculatie
3. Een tussenstof bijvoorbeeld ijzer
4. Water

Warmtegeleiding vindt het beste plaats in stoffen die verkeren in de .... fase

1. Vaste fase
2. Vloeibare fase
3. Gasvormige fase
4. Maakt niets uit

Bij warmtestroming blijven de moleculen op hun plaats

1. waar
2. niet waar

Wat is het verschil tussen warmtestroming en warmtegeleiding?

1. Bij geleiding blijven de moleculen op hun plaats en bij stroming verplaatsen ze
2. Bij stroming blijven de moleculen op hun plaats en bij geleiding verplaatsen ze
3. Bij geleiding is er geen tussenstof en bij stroming wel
4. bij geleiding is er geen tussenstof en bij stroming wel

Welke energiebron
staat afgebeeld?

1. Kernenergie
2. Groene energie
3. Fossiele brandstof

bij reflectie wordt de warmte afgestoten

1. waar
2. niet waar

Wat is waar over onvolledige verbranding?

1. Een gele vlam betekent onvolledige verbranding
2. Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
3. Een vlam met onvolledige verbranding maakt veel roet
4. Onvolledige verbranding bestaat helemaal niet

H20 en CO2 komen vrij bij...

1. Volledige verbranding
2. Onvolledige verbranding
3. Volledige- en Onvolledige verbranding
4. Bij beiden niet.

De branddriehoek bestaat uit

1. brandstof en ontbrandingstemperatuur
2. zuurstof, brandstof en water
3. ontbrandingstemperatuur, water en zuurstof
4. brandstof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur

100 K = ..... graden Celcius

1. -273
2. -173
3. 173
4. 271

Vandaag

Nakijken opdrachten:  38 t/m 43

Lezen: paragraaf 3.3

Maken: 44 t/m 51

Leerdoel: 

- Omrekenen tussen graden en kelvin

- Het uitzetten en krimpen van vaste stoffen