Quiz: Beeldaspecten op herhaling

Beeldaspecten op herhaling
Bekijk de afbeelding en beantwoord de bijbehorende vraag
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beeldaspecten op herhaling
Bekijk de afbeelding en beantwoord de bijbehorende vraag

Slide 1 - Tekstslide

Afbeelding 1 KLEUR

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 1
Op afbeelding 1 zie je een voorbeeld van:
A
Secundaire kleuren
B
Complementaire kleuren
C
Onverzadigde kleuren
D
Primaire kleuren

Slide 3 - Quizvraag

Afbeelding 2 KLEUR

Slide 4 - Tekstslide

Afbeelding 3 KLEUR
1   2  3  4  5

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 2
Op afbeelding 2 zie je een voorbeeld van een:
A
Licht donker contrast
B
Warm-koud contrast
C
Complementair contrast
D
Bruin kleurengamma

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk afbeelding 3
Bij afbeelding 3 zie de minst verzadigde kleur in:
A
Ring 1
B
Ring 3
C
Ring 2
D
Ring 5

Slide 7 - Quizvraag

Afbeelding 4 KLEUR

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 4!
Op afbeelding 4 zie je een voorbeeld van:
A
Secundaire kleuren
B
Verzadigde kleuren
C
Tertiaire kleuren
D
Complementaire kleuren

Slide 9 - Quizvraag

     1                 2




   3                 4



   5                 6


Afbeelding 5 VORM

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 5
Bij welke vorm is er sprake van een samengestelde vorm?
A
Vorm 2
B
Vorm 3
C
Vorm 4
D
Vorm 5

Slide 11 - Quizvraag

Afbeelding 6 VORM

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 6
Als je goed kijkt kun je op afbeelding 6 een man en een hond herkennen.
Hoe noem je de vlakken met lucht die je tussen de arm en poten en benen van de man en de hond ziet?
A
Tussenvorm
B
Restvorm
C
Binnenvorm
D
Bijvorm

Slide 13 - Quizvraag

Afbeelding 7 VORM

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 7
Bij afbeelding 7 is er, net als bij afbeelding 6, sprake van een:
A
Vormcontrast
B
Geometrische vorm
C
Wiskundige vorm
D
Silhouet

Slide 15 - Quizvraag

Afbeelding 8 VORM

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 8
Welke bewering is juist? De 3 vormen op afbeelding 8 delen de volgende eigenschap:
A
Ze vormen een contrast namelijk organisch en geometrisch
B
Ze hebben een plantmotief
C
Ze vormen een patroon
D
Ze zijn metaalkleurig

Slide 17 - Quizvraag

Afbeelding 9 COMPOSITIE

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 9
Welke bewering is juist?
Op afbeelding 9 zie je een . . .
A
Horizontale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Asymmetrische compositie

Slide 19 - Quizvraag

Afbeelding 10 COMPOSITIE

Slide 20 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 10
Welke bewering is juist? Het onderdeel in een compositie dat het meeste opvalt door voor bijvoorbeeld de vorm, kleur of grootte noem je een . . .

A
Middelpunt
B
Aandachtspunt
C
IJkpunt
D
Lichtpunt

Slide 21 - Quizvraag

Afbeelding 11 COMPOSITIE

Slide 22 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 11
Welke bewering is juist?
Op afbeelding 11 zie je een . . .
A
Horizontale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Asymmetrische compositie

Slide 23 - Quizvraag

Afbeelding 12 COMPOSITIE

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 12
Welke bewering is juist?
Op afbeelding 12 zie je een . . .
A
Diagonale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Statische compositie

Slide 25 - Quizvraag

Afbeelding 13
RUIMTE

Slide 26 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 13
De Ruimtesuggestie ( of dieptewerking) bij afbeelding 13 ontstaat door . . .
A
Kleurperspectief ( warme kleuren voorin, koude kleuren achterin)
B
Verkleining en vervaging
C
Coulissenwerking (Ruimtewerking door achter elkaar geplaatste voorwerpen die half voor elkaar staan.)
D
Overlapping en afsnijding

Slide 27 - Quizvraag

Afbeelding 14
RUIMTE

Slide 28 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 14
De Ruimtesuggestie ( of dieptewerking) bij afbeelding 14 ontstaat door . . .
A
Kleurperspectief ( warme kleuren voorin, koude kleuren achterin)
B
Verkleining en vervaging
C
Coulissenwerking ( Ruimtewerking door achter elkaar geplaatste voorwerpen die half voor elkaar staan.)
D
Overlapping en afsnijding

Slide 29 - Quizvraag

Afbeelding 15
RUIMTE

Slide 30 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 15
Als in een schilderij of tekeningen rondingen goed zichtbaar zijn verbeeld door licht en schaduwwerking, dan spreek je van . . .
A
Uniformiteit
B
Continuïteit
C
Identiteit
D
Plasticiteit

Slide 31 - Quizvraag

Afbeelding 16
LICHT

Slide 32 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 16
Op afbeelding 16 is het volgende te zien . . .
A
Verborgen lichtbron
B
Natuurlijke lichtbron
C
Kunstmatige lichtbron
D
Strijklicht

Slide 33 - Quizvraag

Afbeelding 17
LICHT

Slide 34 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 17
Van wat voor licht is er in deze afbeelding sprake?
Kies uit:
A
Meelicht
B
Zijlicht
C
Tegenlicht
D
Strijklicht

Slide 35 - Quizvraag

Afbeelding 18
LICHT

Slide 36 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 18
Van wat voor licht is er in deze afbeelding sprake?
Kies uit:
A
Meelicht
B
Zijlicht
C
Tegenlicht
D
Strijklicht

Slide 37 - Quizvraag

Afbeelding 19
LICHT

Slide 38 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 19
Wat is de lichtrichting in dit schilderij? M.a.w. waar komt het licht vandaan? Je kunt kiezen uit:
A
Linksonder
B
Rechtsonder
C
Rechtsachter
D
Linksboven

Slide 39 - Quizvraag

Afbeelding 20
LICHT

Slide 40 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 19
Wat is de lichtrichting in dit schilderij? M.a.w. waar komt het licht vandaan? Je kunt kiezen uit: l
A
Rechtsonder
B
Links, boven en voor
C
Rechtsachter
D
Linksboven

Slide 41 - Quizvraag