Les 6 spelling 1F+ 1E

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

Spelling

Lesdoel

Je leert de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Huiswerk controle

Opdracht 5 t/m 7

Nakijken 

Opdracht 5 t/m 7

(blz.253)

Wat weet je nog?

werkwoordspelling

Verleden tijd 

Werkwoorden

Sterke werkwoorden - zwakke werkwoorden.

Sterke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden

Klankveranderend

Lopen

Slapen

Kopen

Liggen

Begrijpen

Zwakke werkwoorden

Klankvast

Werken

Fietsen

Regenen

Ophalen

Leren

Vervoegen vt

Bij het vervoegen van zwakke werkwoorden gebruik je;

't ex-kofschip.

Eindigt de stam op een van de medeklinkers uit dit woord, 

dan +te(n).

Zo niet, dan +de(n).

Zet de werkwoorden in de verleden tijd:
Ik kook de aardappeltjes gaar.

Zet de zin in de verleden tijd:
De vogels zweven in de lucht.

Kies de juiste pv in de vt?
Tijdens de wedstrijd .... veel supporters voortdurend.

1. gaapte
2. gaapten

Kies de juiste pv in de vt
Maria en Alexander .... de tango.

1. danste
2. dansten

Aan de slag 

Opdracht 1 en 2 maken (blz.254)