Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
modals - v2
can, be able to, could, have to, must, should
Make notes of the
GREEN
slides
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
can, be able to, could, have to, must, should
Make notes of the
GREEN
slides
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor woord komt er na de modal?
Can you tell me what's wrong.
You have to do your homework.
I must find my keys.
They should stop laughing.
He could see it over there.
Slide 2 - Tekstslide
have to
must
should
can
be able to
could
moet van jezelf
moet van iemand anders
zou moeten
zou kunnen
kan
in staat zijn om
Slide 3 - Sleepvraag
should, must, have to
should = zou moeten
> advies, het is niet verplicht.
must = moeten
> als de spreker denkt dat het moet
> als de spreker het zeker aanraadt.
have to = moeten
> er is geen keuze. Je moet het doen.
should, must, have to
Slide 4 - Tekstslide
should, must, have to
can = kunnen
> geeft aan of iets mogelijk is.
> Kan je gebruiken om te vragen om toestemming of toestemming te geven.
to be able to = kunnen
> geeft aan of iets mogelijk is
to be: am, are, is, was, were
could = zou kunnen/ verleden tijd van can
> nettere manier om toestemming te vragen.
can, to be able to, could
Slide 5 - Tekstslide
belangrijk!
Na modals komt altijd
het hele werkwoord
.
Slide 6 - Tekstslide
EN!
have to kan veranderen per persoon.
I have to, he has to, they have to...
have to kan veranderen per tijd.
I have to, I had to, he has to, he had to...
Slide 7 - Tekstslide
8
Slide 8 - Video
00:40
Have to en must
obligation - verplichting
Slide 9 - Tekstslide
01:25
Welke hoort er niet bij?
A
You must wear your seatbelt.
B
You have to wear your seatbelt.
C
You mustn't wear your seatbelt.
D
You don't have to wear your seatbelt.
Slide 10 - Quizvraag
02:26
There's no difference between have to and must for obligations (verplichtingen)
A
true
B
false
Slide 11 - Quizvraag
02:44
Dus
have to > als het vanuit iemand anders moet.
must > als het vanuit jezelf moet. (vanuit de spreker)
Slide 12 - Tekstslide
03:00
You decide not to smoke.
A
I mustn't smoke
B
I don't have to smoke.
Slide 13 - Quizvraag
03:11
The government wants you to pay your taxes.
A
I must pay my taxes.
B
I have to pay my taxes.
Slide 14 - Quizvraag
03:20
You don't want to exercise but the doctor tells you to.
A
I must exercise
B
I have to exercise
Slide 15 - Quizvraag
03:30
You want to brush your teeth more.
A
I must brush my teeth.
B
I have to brush my teeth.
Slide 16 - Quizvraag
Vragen en ontkennigen
vraag:
> Zet de modal vooraan in de zin.
Should I see her? Must I look? Can I look?
> have to, gebruik do/does/did
Did I have to? Do I have to? Does she have to?
> to be able to zet je de vorm van to be vooraan in de zin
Are you able to ..? Was he able to...?
Slide 17 - Tekstslide
Vragen en ontkennigen
ontkenning:
> Zet not na de modal.
I should not/shouldn't, I must not/mustn't
> have to, gebruik do/does/did + not
I did not/didn't have to, I don't have to, he doesn't have to.
> To be bale to krijgt not achter de vorm van to be.
I am not able to, He isn't able to, They weren't able to,
Slide 18 - Tekstslide
Probeer de volgende zinnen goed in te vullen
Slide 19 - Tekstslide
... I ... (have) some more tea please?
Slide 20 - Open vraag
This isn't good for her. I think she .. (stop).
Slide 21 - Open vraag
My teacher says I ... (practice) more.
Slide 22 - Open vraag
I .... (not to be able to tell) her the news yesterday.
Slide 23 - Open vraag
I .. (not smoke).
Slide 24 - Open vraag
Ik snap het
Doe opdracht 52, 53, 54, 55
chapter 2 > lesson I
Ik snap het niet
Blijf nog even mee oefenen.
Slide 25 - Tekstslide
She ... (not walk) home yesterday. Her leg hurt too much.
Slide 26 - Open vraag
I'm hungry I .... (eat) now.
Slide 27 - Open vraag
I've looked everywhere but I ... (not find) my car keys.
Slide 28 - Open vraag
... you ... (stay) after class?
Slide 29 - Open vraag
You ... (not go) to school when you're ill.
Slide 30 - Open vraag
You ... (eat) too much chocolate, it's not healthy.
Slide 31 - Open vraag
Tom doesn't know what to do. What do you think he .. (do)?
Slide 32 - Open vraag
If you follow my advice, it .. (be) easy.
Slide 33 - Open vraag
Doe opdracht 53, 54, 55, 56
chapter 2 > lesson I
Done? > extra exercises on itslearning.
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Modals
Juni 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Week 5 O18 les 1 Modal verbs + past modals I. 3 U. 3 p. 30-33.
Januari 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Speaking and Stones H
December 2022
- Les met
35 slides
Modals
Januari 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Grammar 6: modals with negations
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3 H/V Modal Verbs
Februari 2023
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
Grammar 6: modals with negations
4 dagen geleden
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3