H5P3

Hoofdstuk 5, paragraaf 3
Nederland na 1945

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5, paragraaf 3
Nederland na 1945

Slide 1 - Tekstslide

5.3.1 De Nederlandse economie in de tweede helft van de 20ste eeuw.
Meteen na de Tweede Wereldoorlog begon de wederopbouw van Nederland.

Slide 2 - Tekstslide

Iedereen moest hard werken en zuinig leven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vanaf 1947 kreeg Nederland economische steun van de VS, het Marshallplan.

Slide 5 - Tekstslide


Geef twee redenen waarom de VS Marshallhulp aan Europa gaf.
timer
1:30

Slide 6 - Open vraag

Hierdoor nam de welvaart in de jaren 50/60 toe.

De overheid begon met de opbouw van de verzorgingsstaat.

 





Slide 7 - Tekstslide

Burgers die niet kunnen werken krijgen dan een uitkering.


Slide 8 - Tekstslide

Burgers die niet kunnen werken krijgen dan een uitkering.

Vanaf de jaren 60 ging het steeds beter. Mensen kregen steeds meer geld voor luxeartikelen.
Er ontstond een consumptiemaatschappij.

Slide 9 - Tekstslide

5.3.2 Veranderingen in de jaren 60
Na de oorlog was er sprake van amerikanisering.


Slide 10 - Tekstslide

Geef twee voorbeelden van amerikanisering.

Slide 11 - Open vraag

5.3.2 Veranderingen in de jaren 60
Na de oorlog was er sprake van amerikanisering.


Slide 12 - Tekstslide

De babyboomers genoten hier het meeste van.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn babyboomers?

Slide 14 - Open vraag

Er kwamen jongerenculturen. Deze jongeren wilden niet meer zo leven als hun ouders.​

Bijvoorbeeld:​
-nozems, gaven hun geld uit (aan brommers e.d.)​

Slide 15 - Tekstslide

Wat waren ook alweer de provo's?

Slide 16 - Open vraag

Provo’s daagden het gezag uit, ze wilden meer inspraak.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hippies wilden vrede en waren tegen de consumptiemaatschappij.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

In dezelfde periode begon ook de tweede feministische golf.

Meisjes kregen gelijke kansen in het onderwijs en een gelijke beloning voor gelijk werk.



Slide 21 - Tekstslide

Nederland als Multiculturele samenleving
Jaren 50               Indische achtergrond
Jaren 60              Gastarbeiders
Jaren 70              Surinamers
Jaren 90              Vluchtelingen uit voormalig Joegoslavië
Jaren 90/2000     Arbeiders uit OostEuropa     


Slide 22 - Tekstslide


Multiculturele samenleving?



  • Vanaf de jaren '80 blijkt het beeld van de multiculturele samenleving waarin groepen mensen van verschillende culturen gelijkwaardig met elkaar samenleven, steeds vaker niet te kloppen.
  • Verschillende groepen leven eerder náást elkaar dan mét elkaar.
  • Tegenwoordig wordt daarom liever gesproken van: pluriforme samenleving.



Tot aan het eind van 20e eeuw stond het kritisch zijn op de multiculturele samenleving gelijk aan racisme. Hoewel sommige groepen allochtonen zorgden voor problemen, deed de overheid daar weinig aan. De meeste politici ontkenden deze problemen zelfs en wie er wél iets van zei, werd beschuldigd van discriminatie.

Slide 23 - Tekstslide


Poldermodel
vanaf 1982



  • Om de economische problemen op te lossen, gaan de overheid, werkgevers en vakbonden vanaf 1982 samenwerken. Dit heet het poldermodel
  • Dit werkt als snel, en vanaf 1985 groeit de economie weer en vanaf 1995 groeit de economie zelfs enorm en daalt de werkloosheid snel.
Die drie groepen hadden verschillende belangen, maar ze wilden wél alle drie dat het goed gaat met de economie. Om dat te bereiken, besloten ze dat de lonen niet meer stijgen. Werkgevers hebben daardoor minder kosten en kunnen dan lagere prijzen vragen voor hun producten. Als Nederlandse producten goedkoop zijn, kan er meer worden verkocht aan het buitenland, en dat is goed voor de economie. Het poldermodel bestaat nog steeds.

Slide 24 - Tekstslide


Nederlandse identiteit?

  • Wie is 'ons'? En wat bedoelen 'onze cultuur' en 'onze geschiedenis'? Het blijft een lastige discussie. 
  • De wereld kleiner is geworden: we zijn voortdurend in contact met andere delen van de wereld, bijvoorbeeld via internet. 
  • Ook lijken sommige van onze gebruiken op die van mensen in andere delen van de wereld. Dit heet: globalisering

Slide 25 - Tekstslide


Populisme

  • In de jaren '90 verliezen mensen het vertrouwen in de politieke partij op wie zij altijd hadden gestemd. 
  • Deze grote groep gaat stemmen op de nieuwe, populistische politieke partijen die worden opgericht. 
  • Populistische leiders zeggen te doen wat het volk wil, want ‘het volk heeft altijd gelijk’. Lastig is dat wat het volk wil, niet altijd kán. 
Populistische politici worden soms in korte tijd heel populair. Maar als later blijkt dat ze hun beloftes niet kunnen waarmaken, raken zij die populariteit snel weer kwijt. Enkele jaren later komt er dan weer een andere populistische partij die opnieuw de mooiste beloftes doet.

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video


Pim Fortuyn

  • Pim Fortuyn wordt in 2001 leider van de nieuwe partij Leefbaar Nederland. Fortuyn beweert ‘te zeggen wat hij denkt en te doen wat hij zei’. 
  • Vooral over de islam is hij erg negatief. Hij zei dat hij het opneemt voor de ‘gewone’ mensen die door de politiek in de steek zijn gelaten. 
  • Fortuyn wordt snel erg populair, maar in 2002, vlak voor de verkiezingen, wordt hij vermoord.


Slide 29 - Tekstslide


Beatrix


  • Beatrix is koningin van de Nederlanden tussen 1980 en 2013. 
  • Hoewel ze als koningin zakelijk is, worden zij en haar man, de Duitser Claus von Amsberg erg geliefd. Zeker haar optredens bij rampen waarderen mensen enorm.
  • In 2013 stopt Beatrix en wordt haar oudste zoon Willem-Alexander koning.


Slide 30 - Tekstslide

In Nederland bestaat de gewoonte dat werkgevers, werknemers en de overheid regelmatig met elkaar overleggen op het gebied van de economie.
Onder welke naam is dit overleg in de jaren negentig bekend geworden?
A
individualisering
B
multiculturele samenleving
C
globalisering
D
poldermodel

Slide 31 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • individualisering
  • poldermodel
  • multiculturele samenleving
  • globalisering
  • populisme

Slide 32 - Tekstslide