Stap 1: Is het onderwerp van de zin enkelvoud of meervoud?
Stap 2: Schrijf de persoonsvorm die past bij het onderwerp (enkelvoud/ meervoud)
Voorbeeld
Uit de gegevens van het waterleidingbedrijf bleek dat meneer Jansen, net als zijn buren, veel minder water (had/hadden) verbruikt dan in de jaren ervoor.
Stap 1: om wie gaat het? meneer Jansen (=onderwerp enkelvoud)?
Stap 2: dus de enkelvoudige vorm van de persoonsvorm is had