herhaling week 20

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

ROOSTER TOT HET EINDE!

WEEK 14 - 5.3 Lezen
WEEK 15 - 5.5 Woorden en 5.7 Grammatica
WEEK 16 - PROJECTWEEK
WEEK 17 - Meivakantie
WEEK 18 - Meivakantie
WEEK 19 - 5.8 Spelling + Herhaling H5
WEEK 20 - Herhaling H5 + Voorbereiding boekenmarkt
WEEK 21 - TOETS H5 en 3.4 Schrijven
WEEK 22 - 4.4 + 5.4 Schrijven
WEEK 23 - di: Herhaling 3.3/4.3/5.3 +                      voorbereiding boekenmarkt
                      woe: Herhaling 3.4/4.4/5.5                          + voorbereiding BM
                      do: Boekenmarkt
WEEK 24 - di: Voorbereiding TW
                       woe: Van Dijk afwezig (?)
WEEK 25 - TOETSWEEK

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag:
Aan het einde van de les kan/weet/heb ik:

  • geoefend met de theorie van Lezen en Woorden;
  • een dictee gemaakt;
  • een planning gemaakt;
  • laten zien dat ik zelfstandig of samenwerkend kan werken.

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken 5.8
Opdracht 8, 9, 11, 12, 16 en 17 kijken we na!

Slide 4 - Tekstslide

DICTEE MAKEN!

Slide 5 - Tekstslide

DICTEE NAKIJKEN!
1. A4'tje                                    8. EHBO'er
2. 's avonds                            9. tv's
3. pdf's                                     10. wc'tje
4. 's-Hertogenbosch
5. vmbo'er
6. 's morgens
7. 65+'er

Slide 6 - Tekstslide

5.5 Woorden
Eerst geef ik een korte uitleg over de spreekwoorden;

Daarna maken we opdracht 15 op pagina 138 (Maak aantekeningen).




Slide 7 - Tekstslide

Oefenvragen tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 8 - Tekstslide

Een schrijver vertelt in een nieuwsartikel over zijn ervaringen in de jungles van Zuid-Amerika.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Een bedrijf plaatst een vacature, hierin staat hoe "leuk en gezellig" het daar is en dat ze willen dat jij er komt werken.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Een schrijver heeft een roman geschreven waarin hij sommige ervaringen uit zijn jeugd gebruikt.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 11 - Quizvraag

In een ingezonden brief schrijft een man over waarom hij het zo raar vindt dat kinderen vrij krijgen voor een huldiging van Feyenoord.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Handleiding
Poster
Stripverhaal
Beoordeling
Overtuigen
Informeren
Activeren
Amuseren

Slide 13 - Sleepvraag

Kan een tekst meerdere tekstdoelen hebben? Geef een voorbeeld en leg het verder uit.

Slide 14 - Open vraag

Oefenvragen signaalwoorden

Slide 15 - Tekstslide

"Ik ging naar school, vervolgens moest ik werken."

Wat is het signaalwoord en welk verband hoort erbij?

Slide 16 - Open vraag

"Terwijl ik aan school zat, gooide een jongen een steen op mijn raam."

Welk verband zien we hier?
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Tegenstelling

Slide 17 - Quizvraag

"Ik ben totaal niet moe. Integendeel, ik ben zo fit als een atleet op de Olympische Spelen."

Welk verband zien we hier?
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Tegenstelling

Slide 18 - Quizvraag

"Als eerste ging ik naar Feyenoord, ook ging ik naar de kroeg en tot slot naar het stadion."

Wat zijn de signaalwoorden en welk verband hoort erbij?

Slide 19 - Open vraag

"Zodra mijn ouders weg waren, pakte ik alle snacks die ik eigenlijk niet mocht eten!"

Welk verband zien we hier?
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Tegenstelling

Slide 20 - Quizvraag

Planning maken
1. Iedereen pakt zijn agenda;
2. Iedereen kijkt naar het overzicht van wat je moet leren;
3. Je schrijft in jouw agenda jouw persoonlijke verplichtingen (school, training, familieuitje, etc.);
4. Je kijkt wanneer je kan leren en wat je precies gaat leren van de paragraaf;
5. Je schrijft het op en laat het morgen aan mnr. Van Dijk zien.

Slide 21 - Tekstslide

Tot morgen!

Slide 22 - Tekstslide

Leg ook je planning op tafel!

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag:
Aan het einde van de les kan/weet/heb ik:

  • geoefend met de theorie van Woorden en Spelling die op de toets H5 komen;
  • de dicteewoorden;
  • wat we gaan doen met de boekenmarkt (Fictie);
  • laten zien dat ik zelfstandig of samenwerkend kan werken.

Slide 24 - Tekstslide

DICTEE MAKEN!

Slide 25 - Tekstslide

DICTEE NAKIJKEN!
1. A4'tje                                    8. EHBO'er
2. 's avonds                            9. tv's
3. pdf's                                     10. wc'tje
4. 's-Hertogenbosch
5. vmbo'er
6. 's morgens
7. 65+'er

Slide 26 - Tekstslide

QUIZLET
Pak je iPad en log in onder jouw eigen naam. 

We nemen wel eerst even de woordenlijst samen door, voordat we starten met de Quizlet. 

Slide 27 - Tekstslide

Oefenvragen Spelling - Werkwoorden

Slide 28 - Tekstslide

"Max heeft zijn PS5 ................ (slopen)!"

Wat moet er op de stippellijn staan?
A
geslopt
B
gesloopt
C
geslopd
D
gesloopd

Slide 29 - Quizvraag

"Hij ................ vroeger voor Shell gewerkt."

Wat moet er op de stippellijn staan?
A
hebt
B
is
C
heeft
D
had

Slide 30 - Quizvraag

"Wij .............. (hebben) gisteren echt niet veel .............. (werken)."

Wat moet er op de stippellijnen staan?
A
hebben + gewerkt
B
heeft + gewerkt
C
hebben + gewerkd
D
hebben + gewerkd

Slide 31 - Quizvraag

Oefenvragen Spelling - Bijvoeglijk naamwoorden

Slide 32 - Tekstslide

"De ............ (knap) mannen staan in Vogue."

Klik de juiste vorm aan.
A
knap
B
knape
C
knappe
D
knapst

Slide 33 - Quizvraag

"Dat is echt een ............. (scherp) mes."

Klik de juiste vorm aan.
A
scherp
B
scherpe
C
scherpste
D
scherpst

Slide 34 - Quizvraag

"Het ............... (ijzer) mes sneed met gemak door het vlees van het hert."

Klik de juiste vorm aan.
A
ijzer
B
ijzere
C
ijzeren
D
ijzerst

Slide 35 - Quizvraag

Oefenvragen Spelling - De trappen van vergelijking

Slide 36 - Tekstslide

Ik ben sterker als \ dan mijn beste vriend.

Is het 'als' of 'dan'?
A
als
B
dan

Slide 37 - Quizvraag

Ik ben even ........... (goed) als / dan mijn broertje met FIFA.

Zet het juiste bijvoeglijk naamwoord erin en kies 'als' of dan'.

Slide 38 - Open vraag

De goal van Messi was dit jaar het ............... (mooi).

Welk woord moet er de stippellijn?
A
mooi
B
mooier
C
mooist
D
meest mooi

Slide 39 - Quizvraag

FICTIE
We lezen even samen het document;

Hierna gaan jullie de vragen over jouw eigen boek beantwoorden. Dit is huiswerk voor volgende week woensdag.

Slide 40 - Tekstslide