In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
WIS 1BK H:5.3
Hoeken meten met koershoekmeter
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
- ik kan benoemen waaruit een hoek bestaat
- ik kan de onderdelen van een
koershoekmeter benoemen
- ik kan benoemen wat de juiste beginpositie
is v/d koershoekmeter m.b.t. een hoek
- ik kan een hoek meten met een
koershoekmeter
Slide 2 - Tekstslide
Hoeken meten
Slide 3 - Woordweb
Onderdelen hoek
- 1 hoek bestaat uit 2 benen (rechte lijnen) (nr 2)
- 2 benen komen samen in een hoek (nr 1)
- bij een hoek staat altijd een BLOKLETTER
hieronder hoek A
- in een hoek staat altijd een boogje
(tenzij het een rechte hoek is, dan het
rechthoekteken)
Slide 4 - Tekstslide
Onderdelen koershoekmeter
- middelpunt (oog)
- noordpijl
- draailijn
- graden
Slide 5 - Tekstslide
Hoe heet de zwarte donkere lijn op de koershoekmeter?
A
Nullijn
B
Noordpijl
C
Draailijn
D
Been
Slide 6 - Quizvraag
Welke onderdeel v/d koershoekmeter ligt er precies OP de hoek?
A
Rode draailijn
B
Noordpijl
C
Been
D
Oogje (middelpunt)
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Hoek bekijken
Bij het bekijken van de hoek, houdt in je achterhoofd welke hoeken er zijn (en hoeveel graden deze zijn).
> Wanneer je dus ziet dat het een
scherpe hoek is en er komt uit dat
deze 178 graden is, dan weet je
dat je een fout hebt gemaakt
Slide 9 - Tekstslide
Startpositie koershoekmeter
- de rode draailijn precies OP de noordpijl
- het oogje (middelpunt) precies OP de hoek
- de zwarte noordpijl (met rode draailijn)
op het bovenste been
Slide 10 - Tekstslide
Op welk been v/d hoek leg je de noordpijl v/d koershoekmeter neer?
A
Maakt niet uit
B
Onderste
C
Bovenste
D
Hoekpunt
Slide 11 - Quizvraag
Hoek meten
- beginpositie goed
- draai de rode lijn net zo lang tot je precies OP het 2de been ligt - kijk welke graden erbij staat
> mocht je het onderste been hebben gebruikt (en dus tegen de graden in draait) kun je ook ZELF tellen (en dus niet kijken naar het getal wat erbij staat)