In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je al?
Uitleg Spelling P2
Zelf aan de slag!
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk
Komende dinsdag
Spelling P2 online af.
Spelling P3 online af.
Slide 3 - Tekstslide
Doel van deze les:
Ik weet wat leestekens zijn.
Ik kan leestekens op de juiste manier in een zin zetten.
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn leestekens? Kun je een voorbeeld geven?
Slide 5 - Open vraag
Opdracht
Pak je boek, een schrift en een pen.
Ga naar P2 Spelling- Leestekens (blz. 251)
Maak de eerste opdracht
Klaar?
Lees de theorie
timer
3:00
Slide 6 - Tekstslide
Spelling P2: leestekens
Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.
Slide 7 - Tekstslide
Punt
Aan het einde van een gewone zin zet je een punt.
Mijn buurmeisje zingt in een band.
Slide 8 - Tekstslide
Uitleg: komma
Na een naam, aanhef of uitroep aan het begin van de zin, schrijf je een komma.
Voorbeeld:
Meneer De Vries, u bent aan de beurt.
Na een naam, aanhef of uitroep aan het einde van de zin, schrijf je een komma.
Voorbeeld:
Let jij ook op, Huib?
We zijn te laat, helaas.
Slide 9 - Tekstslide
Komma ,
Wanneer je twee zinnen samenvoegt, gebruik je een komma.
Tussen twee persoonsvormen plaats je een komma.
Voor verbindingswoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl, want: Ik heb honger, maar ik mag pas eten in de pauze.
Bij een opsomming plaats je komma's.
Slide 10 - Tekstslide
Komma
Voor 'en' en 'of' zet je meestal geen komma.
Ik hou van pasta, rijst en aardappelen.
Wil je thee of koffie?
Slide 11 - Tekstslide
Puntkomma
Tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen
Mijn oudste broer wil de Matterhorn beklimmen; dat lijkt me een gevaarlijke onderneming.
Als afsluiting van onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt.
De dingen die nog op mijn bucketlist staan:
- rondtrekken door Azië;
- lopen over de Chinese muur;
- zwemmen met orka's;
- feesten in Miami;
- tachtig boeken lezen;
- kanoën met krokodillen.
Slide 12 - Tekstslide
Uitroepteken
Uitroepteken
Aan het eind van een zin met een bevel of uitroep gebruik je een uitroepteken.
Hou daar mee op!
Geweldig!
Slide 13 - Tekstslide
dubbele punt
Je gebruikt de dubbele punt bij...
bijvoorbeeld
een gedachte (let op, geen aanhalingstekens en hoofdletter!)
Elsa dacht: wat is wiskunde toch een interessant vak.
een citaat (de directe rede)
Peter zei: 'Wat is Nederlands toch een interessant vak!'
een opsomming
Ik vind de volgende vakken interessant: Frans, wiskunde en geschiedenis.
een uitleg of toelichting
Geschiedenis vind ik interessant: je leert ontzettend veel verschillende dingen.
Slide 14 - Tekstslide
LEESTEKENS
- aan het eind van een zin
- aan het eind van een vraagzin
- aan het eind van een zin met extra nadruk
- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór verbindingswoorden
PUNT
VRAAGTEKEN
UITROEPTEKEN
KOMMA
Slide 15 - Sleepvraag
Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingsteken
komma
punt
puntkomma
vraagteken
Slide 16 - Sleepvraag
Niet waar
Waar
Een zin eindigt altijd met een punt.
Tussen twee persoonsvormen zet je een komma..
Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.
Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.
Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.
Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.
Leestekens maken het lezen makkelijker.
Slide 17 - Sleepvraag
blogger 'maakt punt' en verwijdert alle woorden uit beroemde romans
letten lezers van romans (a) kranten en blogs te veel op woorden (b) blogger adam j (c) calhoun vindt van wel (d) op zijn blog zet hij uiteen waarom die fixatie met woorden onterecht is (e) het zorgt er volgens cahoun namelijk voor dat we over het hoofd zien wat onze woorden en zinnen in goede banen leidt (f) interpunctie (g) hij illustreerde dit aan de hand van negen van zijn favoriete boeken (h) alle uit het engelse taalgebied (i) doordat hij alle woorden schrapte (j) bleef slecht de interpunctie van de verhalen over (k) die interpunctie zette hij in een diagram (l) uit een screenshot uit zijn artikel blijkt welke schrijvers een voorkeur hebben voor de puntkomma (m) welke voor de apostrof en welke voor de leestekens (n)
Plaats de letters uit de tekst bij het juiste leesteken.