Paragraaf 3.1 - Ijs, water, waterdamp

 IJs, water, waterdamp
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 IJs, water, waterdamp

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je leert wat ijs, water en waterdamp is.
  • Je kan verschillende soorten neerslag beschrijven.
  • Je leert wat ijskristallen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Regen, sneeuw, mist, hagel, rijp en dauw zien er heel verschillend uit. Regen bestaat uit doorzichtige druppels, sneeuwvlokken zijn wit en donzig, mist is een dichte grijze nevel enzovoort. Toch gaat het bij al deze weersverschijnselen om dezelfde stof: water.

Slide 3 - Tekstslide

Vast, vloeibaar en gasvormig
Water komt in de natuur voor: 
• als vaste stof: ijs; 
• als vloeistof: (vloeibaar) water; 
• als gas: waterdamp. 


Slide 4 - Tekstslide

Vast, vloeibaar en gasvormig
Water komt in de natuur voor:
• als vaste stof: ijs;
• als vloeistof: (vloeibaar) water;
• als gas: waterdamp. 


Welke fases zie je op de foto?

Slide 5 - Tekstslide

De lucht die je uitademt, bevat vrij veel waterdamp. Waterdamp kun je niet zien.
Condens:
Beslagen bril/ramen.
Druppels op pan.
Wolkjes uitademen.
Beslagen autoruiten

Slide 6 - Tekstslide

Maak de zin kloppend
IJs is de ……………………...…..vorm van water.

Slide 7 - Open vraag

Maak de zin kloppend.
IJs en waterdamp bestaan uit...…………………...

Slide 8 - Open vraag

Soorten neerslag
Regen, sneeuw en hagel. 

  • Dauw bestaat uit kleine       waterdruppeltjes. 

  • Rijp bestaat uit enorme aantallen kleine ijskristallen.

  •  IJzel is zeer koude regen die bevriest als hij de bevroren grond raakt. 

Slide 9 - Tekstslide

Vast
Vloeibaar
Gas
Zeewater
Waterdamp
Rijp
Mist
Wolk
Stoom
IJsklontje
IJzel

Slide 10 - Sleepvraag

Vormen van
neerslag

Slide 11 - Woordweb

Hoe heet de neerslag die je in de zomer 's ochtends op bomen en planten kunt vinden?
A
ijzel
B
dauw
C
regen
D
rijp

Slide 12 - Quizvraag

vast 
vloeibaar 
hagel
sneeuw
regen
rijp
dauw
ijzel

Slide 13 - Sleepvraag

Kristallen
Sneeuw bestaat uit kristallen: het is een vaste stof. Die kristallen hebben allerlei mooie vormen. In al die verschillende vormen kun je dezelfde zeshoekige structuur herkennen. Deze kristalstructuur is kenmerkend voor sneeuw. Elke vaste stof heeft een eigen kenmerkende kristalstructuur.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Sneeuw bestaat uit ijskristallen.
Wat is kenmerkend voor deze ijskristallen?
A
Ze zijn allemaal even groot
B
Ze zijn stervormig
C
Ze hebben zeshoekige structuur
D
Ze hebben een onregelmatige structuur

Slide 16 - Quizvraag

Welke van de volgende beweringen over sneeuw is waar?
A
alle sneeuwvlokken hebben een verschillende zeshoekige structuur
B
Sneeuw bestaat uit kleine kristallen
C
Een sneeuwvlok is alleen door een vergrootglas te zien

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide