1hv: H6 Afsluiting Bron C & H

Typ de juiste vorm van faire (tu)
timer
0:20
1 / 30
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Typ de juiste vorm van faire (tu)
timer
0:20

Slide 1 - Open vraag

faire (nous)
timer
0:20

Slide 2 - Open vraag

faire (je)
timer
0:20

Slide 3 - Open vraag

faire (elles)
timer
0:20

Slide 4 - Open vraag

faire (Marie et Jean)
timer
0:20

Slide 5 - Open vraag

faire (vous)
timer
0:20

Slide 6 - Open vraag

faire ()on
timer
0:20

Slide 7 - Open vraag

Faire = maken/doen

je               fais
tu              fais
il/elle/on   fait

nous          faisons
vous          faites
ils/elles      font

Faire du sport...
Faire du     --> de sport is                              mannelijk

Faire de la --> de sport is                              vrouwelijk

Faire de l'   --> de sport                                   klinker

Slide 8 - Tekstslide

faire ... natation
timer
0:10
A
du
B
de la
C
de l'

Slide 9 - Quizvraag

faire ... athlétisme
timer
0:10
A
du
B
de la
C
de l'

Slide 10 - Quizvraag

faire ... hockey
timer
0:10
A
du
B
de la
C
de l'

Slide 11 - Quizvraag

faire ... danse
timer
0:10
A
du
B
de la
C
de l'

Slide 12 - Quizvraag

faire ... vélo
timer
0:10
A
du
B
de la
C
de l'

Slide 13 - Quizvraag

faire ... foot
timer
0:05
A
du
B
de la
C
de l'

Slide 14 - Quizvraag

Ik voetbal.
timer
0:30

Slide 15 - Open vraag

Wij dansen.
(met vorm van faire!)
timer
0:30

Slide 16 - Open vraag

Zij zwemt.
timer
0:30

Slide 17 - Open vraag

Passé Composé

Slide 18 - Tekstslide

Hoe maak je passé composé
Onderwerp+ (pv) vorm ‘hebben’ + VD: voltooid deelwoord
Onderwerp + (pv) vorm ‘avoir’ + VD: stam(ww-er)+é

LET OP: het hulpwerkwoord wordt vaak vergeten!

Slide 19 - Tekstslide

avoir (tu)
(onderwerp niet opschrijven)
timer
0:20

Slide 20 - Open vraag

avoir (vous)
(onderwerp niet opschrijven)
timer
0:20

Slide 21 - Open vraag

avoir (ils)
(onderwerp niet opschrijven)
timer
0:20

Slide 22 - Open vraag

avoir (il)
(onderwerp niet opschrijven)
timer
0:20

Slide 23 - Open vraag

Je dansé.
timer
0:10
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

J'ai parlé.
timer
0:10
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Ils ont regarde le film.
timer
0:10
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

Nous avons chanté.
timer
0:10
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

parler (tu)
(onderwerp niet opschrijven)
timer
0:30

Slide 28 - Open vraag

travailler (elle)
(onderwerp niet opschrijven)
timer
0:30

Slide 29 - Open vraag

Bonne journée

Slide 30 - Tekstslide