Rampen en plagen: orkanen en tornado's

Thema 3: Rampen en plagen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Rampen en plagen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Tornado's en orkanen
- Hoe ontstaan ze?
- Wat is het verloop?
- Wat zijn de gevolgen?

Slide 2 - Tekstslide

Orkanen/tornado's

Slide 3 - Woordweb

Windkracht meten
- Er wordt altijd iets vernoemd naar de uitvinder, in dit geval meneer Beaufort.
- Van boven naar beneden zie je verschillende windkrachten. 
- Aan de rechterkant zie je de windsnelheden in km/u. 

Slide 4 - Tekstslide

Orkanen
- Een orkaan is een hele zware storm. Twee eisen aan orkaan, waardoor het dus geen storm meer is: 
1. Een orkaan heeft een windkracht van 12
2. Als er minimaal 10 minuten lang een windsnelheid van 117 km/u of meer is

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leertekst
Een orkaan ontstaat boven warm zeewater. Dit zeewater is minimaal 26,5 graden. De lucht boven het water is heel warm en vochtig. Er zit veel verdampt zeewater in die vochtige lucht. De warme, vochtige lucht stijgt snel op. Als het opstijgt, komt het in koelere lucht en gaat het regenen. Onderin wordt van alle kanten wordt lucht aangezogen om het tekort  aan lucht op te vullen. De lucht die erbij komt gaat draaien en er ontstaat een orkaan. De orkaan ontstaat dus altijd op zee en gaat dan richting land. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welke lucht heb je nodig bij het ontstaan van een orkaan?
A
Warme lucht
B
Koude lucht
C
Warme en koude lucht
D
Zeewaterlucht

Slide 9 - Quizvraag

Welke windkracht moet een orkaan hebben?

Slide 10 - Open vraag

Leertekst
Wanneer een orkaan aan land komt, is die ongeveer na 5 tot 10 dagen uitgeraasd. De kracht van een orkaan neemt af als de orkaan op het land aankomt, dit komt door twee dingen:
1. Er is geen warm zeewater meer dat kan verdampen en opstijgen.
2. De wind wordt geremd door bomen, huizen en gebouwen. 
Eenmaal op het land aangekomen, is de orkaan nog krachtig genoeg (wind is nog steeds heel hard) om alles op zijn pad te vernietigen en veel schade aan te richten

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is een orkaan op land alsnog heel gevaarlijk?

Slide 12 - Open vraag

Positieve gevolgen orkaan
- Wetenschappers leren meer over orkanen
Negatieve gevolgen orkaan
- Veel verwoesting
- Veel slachtoffers
- Veel geld nodig om op te bouwen

Slide 13 - Tekstslide

Tornado's
- Hoe ontstaan ze?
- Welke soorten zijn er?
- Wat zijn de gevolgen?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een tornado?
A
Windhoos
B
Waterhoos
C
Stofhoos

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Leertekst
Een tornado is een hele sterke wervelwind. In die wervelwind draait lucht heel snel rond. De onderkant van de wervelwind/tornado is een slurf, waar die lucht snel ronddraait. De bovenkant bestaat uit onweerswolken. Een tornado ontstaat wanneer warme en koude lucht tegen elkaar aan botst. De warme lucht stijgt heel snel op. De lucht gaat dan ronddraaien. Die snel ronddraaiende wind richt op de grond heel veel schade aan. Auto's, gebouwen, en zelfs complete woonwijken gaan de lucht in. 

Slide 17 - Tekstslide

Tornado's
- Ontstaat boven land.
- Enkele tientallen meters breed, hooguit 1 km.
- Kleiner oog dan in een orkaan. Dit oog zit middenin de slurf. 
- Duur van een tornado is heel kort, gemiddeld 10 minuten
Orkanen
- Ontstaat boven zee. 
- Vele kilometers breed, 500 tot 1500 km.
- Groot oog van de orkaan in het midden (30-50 km). Is windstil en wolkeloos. 
- Kan wel 5 tot 10 dagen duren. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat botst tegen elkaar aan bij het ontstaan van een tornado?
A
Regen en wind
B
Warme en koude lucht
C
Wind en warme lucht
D
Koude lucht en regen

Slide 19 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de warme lucht, wanneer koude en warme lucht tegen elkaar botsen?

Slide 20 - Open vraag

Afsluiting orkanen en tornado's
- Maak nu de opdrachten die horen bij het onderwerp orkanen en tornado's
- Je krijgt de opdrachten via de e-mail

Slide 21 - Tekstslide