Quiz 24BBL PV en ADL module B

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Wanneer is de kans groot op een bedcomplicatie?

1. Als iemand niet de juiste medicatie krijgt
2. Als iemand slecht slaapt
3. Als iemand langere tijd op bed moet blijven liggen
4. Als iemand incontinent is

Noem 4 bed complicaties

Waar kan je een dekenboog voor gebruiken?

1. Tegen de kou
2. Voorkomen van trombose
3. Voorkomen van spitsvoeten
4. Betere nachtrust

Noem 3 hulpmiddelen voor bij de toiletgang

Wanneer kan iemand overloopdiarree krijgen?

1. Bij een darmbacterie
2. Bij obstipatie
3. Bij een voedselallergie
4. Bij verkeerd medicijngebruik

Wat kan een gevolg zijn van het hard persen bij obstipatie?

1. Aambeien
2. Darmafsluiting
3. Overloopdiarree
4. Aandrang stopt

Ruud heeft een spastische verlamming waardoor hij zelf zijn gebit niet kan verzorgen. Hij draagt een gebitsprothese. Welke bewering over de mondzorg bij Ruud is juist?

1. Je doet zijn prothese 's nachts in een droog bakje.
2. Je gebruikt bruistabletten voor het schoonmaken van de prothese en laat het daarin staan
3. Je reinigt zijn prothese met tandpasta waar fluoride in zit.
4. Je reinigt zijn prothese twee keer per dag.

Wat kan een risico zijn bij nat scheren?

1. Schilfers op de huid
2. Wondjes op de huid
3. Een minder glad resultaat
4. Eczeem

Wat geeft een gladder resultaat?

1. Nat scheren
2. Droog scheren

Het signaleren is een belangrijke preventieve maatregel bij decubitus

1. juist
2. onjuist

Noem 3 signalen die op een ziekte kunnen wijzen.

Waar let je op bij het wegen van een cliënt?

1. Meet op verschillende momenten
2. Gebruik verschillende weegschalen
3. Meet 2x per dag
4. Meet met dezelfde soort kleren aan

Wat meet je als je de pols van een cliënt opneemt?

1. Ademhaling
2. Bloeddruk
3. Hartslag
4. Ijzergehalte

Waar kan je een dekenboog voor gebruiken?

1. Tegen de kou
2. Voorkomen van trombose
3. Voorkomen van spitsvoeten
4. Betere nachtrust

Wat is trombose?

1. Bloedarmoede
2. Te dun bloed hebben
3. Bloedpropjes in de aders
4. Een andere naam voor spataders

Welke cliënten hebben meer risico op trombose?

1. Cliënten met nierproblemen.
2. Cliënten die niet mobiel zijn.
3. Cliënten die bloedverdunners slikken.
4. Cliënten met een verlaagde bloeddruk.