Jong & Oud | hoofdstuk 5

Welkom! 
Leerlingen in de klas: neem plaats op 1,5 meter van elkaar.
Leerlingen thuis: doe direct je camera aan, je bent aanwezig zodra deze aanstaat.

Pak je lesbrief, schrift, pen en rekenmachine. 


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Leerlingen in de klas: neem plaats op 1,5 meter van elkaar.
Leerlingen thuis: doe direct je camera aan, je bent aanwezig zodra deze aanstaat.

Pak je lesbrief, schrift, pen en rekenmachine. 


Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhaling wat je thuis zelf hebt bestudeerd
Uitleg resultatenrekening (interactief)
Oefening
Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

INSTRUCTIE
Na het beantwoorden leg je je telefoon aan de kant op tafel.
Deze slides staan niet op SOM, maak aantekeningen.

Slide 3 - Tekstslide

Tot de productiefactoren worden gerekend:
A
ondernemerschap, arbeid en natuur
B
kapitaal, arbeid en winst
C
natuur, arbeid en loon
D
loon, pacht en rente

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de beloningen naar de juiste productiefactor.
Een grootgrondbezitter verhuurt een stuk grond (productiefactor natuur), hij ontvangt ...
Een ondernemer ontvangt voor zijn inzet...
Een vakkenvuller ontvangt voor zijn arbeid ...
Geld wordt uitgeleend aan een bedrijf, zodat ze kunnen investeren. De geldgever ontvangt ...
loon
pacht
winst
rente

Slide 5 - Sleepvraag

Maak je winst of verlies? 

Slide 6 - Tekstslide

Vragen over gelezen tekst? Woorden die je niet begreep? 

Slide 7 - Tekstslide

Toegevoegde waarde =productiewaarde
 De waarde die een bedrijf (de producent) toevoegt aan de ingekochte grond- en hulpstoffen. Dit komt dus overeen met de waarde van wat het bedrijf zelf produceert. 

= De som van de beloningen van de productiefactoren 
(= loon + huur + pacht + rente + winst).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bloemenkweker Paul Roos heeft 20.000 dozen bloemen verkocht tegen een gemiddelde prijs van €10 per doos. Bereken zijn omzet.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het bedrijfsresultaat? 
Is hier sprake van winst of verlies? 

Slide 11 - Tekstslide

Plaats je de winst aan de kostenzijde of de opbrengstenzijde? 

Slide 12 - Tekstslide

De winst komt aan de ...
A
kostenzijde
B
opbrengstenzijde
C
geen idee

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Toegevoegde waarde berekenen | 2 manieren


1) toegevoegde waarde = omzet - inkoopwaarde grondstoffen
2) toegevoegde waarde = 
loonkosten + pacht + huur + rente + winst

Slide 15 - Tekstslide

Bereken de toegevoegde waarde van dit bedrijf: 
Bereken de toegevoegde waarde van dit bedrijf. Straks antwoord invoeren. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de toegevoegde waarde van het bedrijf?

Slide 17 - Open vraag

Maak nu opdracht 5.6 en 5.7
Hoe? Zelfstandig. 
Hoe lang? 10 minuten.
Uitkomst? Straks controleren of je het goed hebt gedaan. 
Vragen? Kom naar voren. 
Klaar? Maak opdracht 5.8.

Slide 18 - Tekstslide