H1.5 Rekenvolgorde

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, mavo
• Leerjaar 2

    Welkom

Pak je boek, schrift en schrijfspullen.

Leg bladzijde 26 (H1.5) voor je open!

Leg ook je ipad op zijn kop op tafel.

DEZE LES:

H1.5 Rekenvolgorde

oefenen 

uitleg 

  lesprogramma

nakijken 

Hw: opd.  35 en 36

herhalen rekenvolgorde

Vr. 43

aan de slag 

Netjes onder elkaar de opdrachten uitwerken

huiswerk 

voorkennis 

§1.1 rekenvolgorde

Afmaken §1.5

       nakijken

opd. 35 en 36

Wat weet je al?

    Voorkennis

We hebben al eerder met de volgorde van bewerkingen gewerkt in dit hoofdstuk.

Wat weet je daar nog van?

Bereken:

3 x ( 4 - 6) : 6 =

1. 1
2. -1
3. 13
4. -13

Bereken:

3 + 2 x 4 + - 8 =

1. 3
2. 12
3. -5
4. 28

Bereken:

√​25​​​+3​2​​−−2=

1. 13
2. 26
3. 16
4. 8

Schrijf in de wetenschappelijke notatie
a. 675000321 (2 decimalen)
b. 298780 (2 decimalen)
c. 0,0000007846 (1 decimaal)

Schrijf als 'gewoon' getal
a. 6,9 x
b. 3,457 x
c. 1,93 x

10​6​​

10​4​​

10​−3​​

Wat leer je deze les?

Je herhaalt je kennis over:

 - voorrangsregels.

 - negatieve getallen.

 - kwadraten en wortels.

        leerdoelen

Bij  wiskunde hanteren we een bepaalde volgorde van uitrekenen. 

De volgorde zie je hiernaast op het plaatje.  

volgorde van bewerkingen

uitleg 

7:47

Onthoudt: zie je twee tekentjes achter elkaar, vervang ze dan.

6 + - 4 =  6 - 4 = 2

9 - - 2 = 9 + 2 = 11

Maar!

- 3 x - 5 = 15 (er staat wat tussen de minnetjes!)

uitleg 

Onthoudt: zie je twee tekentjes achter elkaar, vervang ze dan.

6 + - 4 = 6 - 4 = 2

9 - - 2 = 9 + 2 = 11

Maar!

- 3 x - 5 = 15 (er staat wat tussen de minnetjes!)

Negatieve getallen + en -

keer en delen met neg. getallen

uitleg 

Bij  vermenigvuldigen en delen:

Kijken we vooral naar de waarde van de getallen.

   

Wanneer je een kwadraat berekent, doe je het getal keer zichzelf dus:

Wanneer je het kwadraat van een getal kent, ken je de ook de bijbehorende wortel.

 

Wortels & kwadraat

uitleg 

voorbeeld:

       = 3 x 3 = 9         dus               3    want 3 x3 = 9

   

Zo is ook:

    = 5 x 5 = 25         dus           = 5 want 5 x 5 = 25

     = 11 x 11 = 121       dus              = 11  want 11 x 11 = 121

3​2​​

√​9​​​=

5​2​​

11​2​​

√​121​​​

√​25​​​

6​2​​=6⋅6=36

We maken samen opd. 43

Gebruik verschillende kleuren potlood zodat je het overzichtelijk maakt.

 

Opd. 43

Oefenen

wat

hoe

hulp

tijd

resultaat

klaar?

         aan de slag 

Zelfstandig of fluisterend overleggen.

Aantekeningen van deze les

tot einde van de les

Je hebt de paragraaf goed geoefend.

Mk: U9 en daarna neem de samenvatting van H1 door

Mk: opd. 39, 42, 44 + opd onderaan blz. 28