6.1 H5 Bescherming
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Geef ziekte met oorzaak
bv. Covid19-virus
bv. Covid19-virus
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Op welke manier doodt het maagzuur de ziekteverwekkers op het voedsel?
A
Het zuur verteert de ziekteverwekkers
B
Het zuur denatureert de enzymen van de ziekteverwekkers
Slide 7 - Quizvraag
Welk deel van de afweer komt in actie als je al ziek bent?
A
de eerste linie: huid en slijmvliezen
B
de tweede linie: fagocyten
C
de derde linie: lymfocyten
Slide 8 - Quizvraag
Je lymfeknopen zitten vol met lymfocyten (3e linie). Waar zitten je lymfeknopen?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Ik heb dezelfde antigenen als meneer Bruins, want wij zijn allebei mensen.
waar
niet waar
Slide 17 - Poll
Een mens en een kat kunnen niet hetzelfde antigeen hebben
waar
niet waar
Slide 18 - Poll
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
De longen van ernstig zieke covid patienten zitten vol met vocht en dode witte bloedcellen. Welke cellen?
A
virussen en lymfocyten
B
virussen en fagocyten
C
granulocyten
D
macrofagen
Slide 22 - Quizvraag
Een lymfocyt..
A
fagocyteert ziekteverwekkers
B
gaat uit de haarvaten om in de weefsels te vreten
C
wacht in een lymfeknoop tot hij geactiveerd wordt
D
herkent een ziekteverwekker aan zijn antistoffen
Slide 23 - Quizvraag
Geef een verschil tussen een macrofaag en een granulocyt
