proefwerkweektoets klas 2 Kapitel 6 en 7

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Proefwerk oefening

Lees goed de opdrachten,

we beginnen met de bezittelijke voornaamwoorden, succes!

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: uw

1. Ihr-
2. ihr-
3. dein
4. euer

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn

1. sein
2. ihr
3. mein
4. dein

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: jullie

1. Ihr-
2. ihr-
3. dein
4. euer/ eure

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: zijn

1. dein-
2. ihr-
3. sein-
4. unser-

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar

1. unser
2. euer
3. ihr
4. sie

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: jouw

1. dein
2. sein
3. ihr

bezittelijk voornaamwoord
(haar) _____ Pferd ist krank. (o)

1. ihr
2. ihre

bezittelijk voornaamwoord
(uw) _____ Torte war lecker. (v)

1. Ihr
2. Ihre

vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) Eltern

1. meine
2. dien
3. ihre
4. unsere

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn)…...Buch

1. meine
2. meiner
3. meines
4. mein

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das ist ( uw) Fahrrad.

1. ihr
2. Ihre
3. ihre
4. Ihr

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin (v).

1. meine
2. seine
3. ihre
4. eure

Bezittelijke voornaamwoorden

mijn

jouw

zijn

haar

ons/onze

jullie

hun/uw

mein

dein

sein

ihr

unser

euer

ihr/Ihr

Bij de volgende opdrachten ga je de werkwoorden vervoegen, denk aan IDEWIS en ESTTENTEN!

Je begint met het vertalen van de Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden!

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord

ik

jij

hij

zij e.v.

wij

jullie

het

u

zij

ich

ihr

er

es

wir

du

sie e.v

Sie

sie

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes: Anna und Sophia (tanzen) jeden Tag

1. tanzen
2. tanzt
3. tanze
4. tanzst

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (spielen) gern Tennis.

1. spielt
2. spiele
3. spielen
4. spielst

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.

1. hort
2. höre
3. horst
4. horen

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.

1. besucht
2. besuchst
3. besuchen
4. besuche

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (trinken) ein Wasser, das mir schmeckt

1. trinkst
2. trinkt
3. trinke
4. trinken

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes: Ich (kaufen) V-Bucks.

1. kaufen
2. kaufst
3. kaufe
4. kauft

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes: Marco (spielen) Fußball.

1. spielen
2. spielst
3. spiele
4. spielt

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.

1. kaufst
2. kaufen
3. kaufet
4. kauft

En nu een leestekst

Die Homepage von Thomas.

Hallo, ich bin es, Thomas! Was, du kennst mich noch nicht? Also, dann werde ich mich mal vorstellen: Ich heiße also Thomas, mein Familienname ist Hoffmann. Ich bin 14 Jahre alt, und wohne in Oldenburg .Das liegt im Norden von Deutschland. Vorher habe ich in Spanien gewohnt, in Barcelona. Da war es fast immer schönes Wetter: im Moment ist es in hier in Oldenburg kalt und es regnet ziemlich viel. Da wohne ich lieber in Spanien!

Was kann ich noch über mich erzählen? Ich bin blond, 1.75 Meter groß und habe braune Augen. Ich gehe ins Hauptschule , in die achte Klasse. Schule finde ich toll – vor allem das Fach Mathematik. Ich höre gern Musik (Hip-Hop oder R & B ) und ich spiele Fußball . Ich trainiere zweimal in der Woche zusammen mit meinen besten Freunden Klemens und Leo. Wir machen viel zusammen. Und es gibt seit ein paar Monaten auch eine Freundin in meinem Leben! Sie heißt Karin, ist 14 Jahre alt und sieht ganz nett aus…... Aber darüber erzähle ich, wenn du mir mailst!

Tschüss!

Thomas.

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord

Thomas woont al sinds zijn geboorte in Oldenburg.

1. Richtig
2. Falsch

Hij heeft 3x per week voetbaltraining

1. Richtig
2. Falsch

Thomas heeft sinds enkele weken een vriendinnetje.

1. Richtig
2. Falsch