Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
VWO 3 PW 24 maart 2021 (vragen, imparfait, futur, meew. vw)
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vraag is een inversie?
A
Vous parlez français?
B
Parlez-vous français?
C
Parlez vous français?
D
Est-ce que vous parlez français?
Slide 2 - Quizvraag
Welke vraagzin is niet correct?
A
Fais-tu du foot?
B
Tu est-ce que fais du foot?
C
Tu fais du foot?
D
Est-ce que tu fais du foot?
Slide 3 - Quizvraag
Welk vraagwoord is correct?
……… va à la fête de Paul?
A
comment
B
où
C
qui
D
quand
Slide 4 - Quizvraag
Je march
ais
Tu habit___
Elle aim___
Nous achet___
Vous ador___
Ils parl___
IMPARFAIT:
Sleep de juiste uitgang naar het juiste werkwoord
ais
ions
ait
aient
iez
Slide 5 - Sleepvraag
Zet in de IMPARFAIT:
Michel _____ (amuser) ses parents avec un spectacle.
Slide 6 - Open vraag
Zet in de IMPARFAIT:
Nous _____ (finir) nos devoirs.
Slide 7 - Open vraag
Zet in de IMPARFAIT:
Ils _____ (avoir) peur de dire la vérité.
Slide 8 - Open vraag
Zet in de futur simple:
nous (regarder)
A
regarderons
B
regardons
C
regardions
D
avons regardé
Slide 9 - Quizvraag
Zet in de futur simple:
elles chantent
A
elles chantont
B
elles chanteront
C
elles vont chanter
D
elles ont chanté
Slide 10 - Quizvraag
Zet in de futur simple:
vous - avoir
A
vous aurez
B
vous auriez
C
vous avoiriez
D
vous avoir
Slide 11 - Quizvraag
Zet in de futur simple:
elle - faire
A
elle ferez
B
elle fera
C
elle faira
D
elle feras
Slide 12 - Quizvraag
Zet in de futur simple:
nous - aller
A
nous irions
B
nous irons
C
nous allerons
D
nous allons
Slide 13 - Quizvraag
Door welke persoonlijke vnw kun je het meewerkend voorwerp vervangen?
A
me, te, le, la, nous, vous, leur
B
me, te, lui, nous, vous, les
C
me, te, lui, nous, vous, leur
D
je, tu, il, nous, vous, ils
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de plaats van dit persoonlijk vnw in de zin?
A
Altijd voor de persoonsvorm.
B
Altijd voor het voltooid deelwoord.
C
Voor de infinitief, als dat er niet is dan voor de persoonsvorm.
D
Voor de persoonsvorm, als dat er niet is dan voor de infinitief.
Slide 15 - Quizvraag
Vervang het meew. voorwerp:
Jean a répondu au prof.
A
Jean a lui répondu.
B
Jean lui a répondu.
C
Jean l'a répondu.
D
Jean a répondu à lui.
Slide 16 - Quizvraag
Vervang het meew. voorwerp:
Il demande à moi l'autorisation.
A
Il te demande l'autorisation.
B
Il demande à l'autorisation.
C
Il me demande l'autorisation.
D
Il demande me l'autorisation.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Imparfait grammaire
April 2021
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
werkwoorden in 5 tijden
25 dagen geleden
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
regelmatige ww in imparfait tijd
Mei 2021
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
werkwoorden toets 1
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
lundi le 27 mai
Mei 2024
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoorden toets 1
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
Regelm.Werkwoorden -re (+ onregelmatige w.w.pouvoir, vouloir,voir,savoir)
December 2022
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Regelm.Werkwoorden -re (+ onregelmatige w.w.pouvoir, vouloir,voir,savoir)
Maart 2024
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4