Les 10 Meer dan lezen: Onbekende woorden

Les 10 Meer dan lezen:§ 2 Onbekende woorden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 10 Meer dan lezen:§ 2 Onbekende woorden

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel § 2 Onbekende woorden
 
Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken. 

Slide 4 - Tekstslide

Woordraadstrategieën 
Deze heb je in klas 1 gehad: 
- Synoniem: ander woord zoeken wat hetzelfde betekent: bijv. 
huis-woning
- Een omschrijving zoeken in de tekst. 
- Voorbeeld zoeken in de tekst. 


Slide 5 - Tekstslide

Tegenstelling zoeken
Een tegenstelling is een ander woord dat precies het tegenovergestelde betekent.
hard-zacht, groot-klein, licht-donker
Zo zoek je een tegenstelling: Let in de tekst op deze woorden: 
maar, echter, toch, daarentegen
Voorbeeld: Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop. 

Slide 6 - Tekstslide

Een bekend woorddeel zoeken. 
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel in dat woord. 

Leesplezier. Je kent het woord lees en plezier. Als je leesplezier hebt, dan vind je het dus leuk om te lezen. 

Klimaatverandering: je kent het woord klimaat en verandering.
Klimaatverandering = verandering van het weer/ verandering van het klimaat

Slide 7 - Tekstslide

Een bekend woorddeel zoeken.
Soms staat er een voorvoegsel voor het woord. 

Vaak voorkomende voorvoegsels zijn: 
- her = opnieuw. Herexamen is opnieuw examen doen.
- on= niet. Onduidelijk is niet duidelijk.


Slide 8 - Tekstslide

Een bekend woorddeel zoeken.
Soms staat er een achtervoegsel achter het woord.

Vaak voorkomende achtervoegsels zijn: 
- vol= met. Hoopvol betekent dat je met hoop bent. Je hebt dus hoop. 
- loos=zonder. Draadloos betekent zonder draad.  

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg opdracht 1

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg opdracht 2

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg opdracht 3 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig oefenen
Cursus 1 Meer dan lezen 
§ 2 Onbekende woorden, boek blz. 10 en 11. 

Maken opdracht 1, 2, 3 en 4. 
Opdracht 1, 2 en 3 maak je in je schrift.
Opdracht 4 maak je in je boek. 

Vragen? Steek je vinger op. 



Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 14 - Tekstslide