Woorden 3.3

WOORDEN 3.3




BLZ. 98

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WOORDEN 3.3




BLZ. 98

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent 'de persoonlijkheid'
A
het uiterlijk
B
het humeur
C
de emotie
D
het karakter

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent 'ergens lak aan hebben'?
A
een hekel hebben aan iets
B
iemand negeren
C
het kan je niks schelen

Slide 3 - Quizvraag

Je kent één persoon uit Stiens die je geen geld teruggeeft. Dus alle bewoners uit Stiens zijn oneerlijk.
A
identificeren
B
Generaliseren
C
associëren

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent constateren?
A
vaststellen
B
goed opletten
C
vastmaken

Slide 5 - Quizvraag

Maak nu zelf...

opdr 2 + 3 (kijken we straks na)

opdr 6 +7 (huiswerk 8 febr.)



timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Huiswerk nakijken



opdr 6 + 7 blz. 99

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 6     blz. 99

1. etnische      

2. generaliseren

3. stigma

4. doelgroep

5. persoonlijkheid

6. ongeschreven regel

7. associëren

opdracht 7

a. jezelf vergelijken met een ander

b. Je laat zien wie je bent

c. Iemand met een sterk karakter

d. Iedereen heeft een karakter, maar niet iedereen is een sterke persoonlijkheid.


Slide 9 - Tekstslide

Eerst uitleg,

dan quizvragen

Slide 10 - Tekstslide

normen en waarden

norm: algemene regel waar mensen zich aan houden (verkeersregel)

waarde: wat belangrijk voor je is

(trouw blijven aan vrienden)


Slide 11 - Tekstslide

uitdrukking en spreekwoord

Uitdrukking: Je kunt de woorden veranderen

Voorbeeld: Voor iemand vallen > ik ben voor hem gevallen


spreekwoord: Je kunt de zin niet veranderen

Voorbeeld: Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.

Slide 12 - Tekstslide

Ik gooi geen afval op straat.
A
norm
B
waarde

Slide 13 - Quizvraag

Mijn vrienden blijf ik trouw.
A
norm
B
waarde

Slide 14 - Quizvraag

Ik vind het belangrijk dat mensen eerlijk zijn.
A
norm
B
waarde

Slide 15 - Quizvraag

Als iemand een presentatie houdt, luister je daarnaar.
A
norm
B
waarde

Slide 16 - Quizvraag

Uitdrukkingen en spreekwoorden hebben een figuurlijke betekenis.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Je kunt een spreekwoord veranderen,
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

'De appel valt niet ver van de boom'
is een.....
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 19 - Quizvraag

Een vraag


over het volgende filmpje.....................

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Noteer een uitdrukking of spreekwoord uit het filmpje.

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk bespreken


Schrijf een tekst van minimaal 100 woorden over de norm:

'DRINKEN ONDER DE 18 IS NIET TOEGESTAAN'

Gebruik daarbij 5 woorden uit de lijst op blz. 99

timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link