In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
5.2 Gemiddelde snelheid
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen van paragraaf 5.2
1. Je kunt de formule voor gemiddelde snelheid toepassen.
2. Je kunt een gemiddelde snelheid in m/s omrekenen naar km/h.
3. Je kunt de formule van gemiddelde snelheid omwerken zodat je er de afgelegde afstand of de benodigde tijd mee kunt berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Grootheden en eenheden
In de natuurkunde en scheikunde hebben we het vaak over grootheden en eenheden. Hieronder staat een lijstje van wat me met een grootheid en met een eenheid bedoelen:
Slide 3 - Tekstslide
Met welke eenheid kun je afstand aanduiden? (meer antwoorden zijn goed)
A
Kilometer
B
Lengte
C
Afstand
D
Meter
Slide 4 - Quizvraag
Met welke eenheid kun je tijd aanduiden? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Seconden
B
Uren
C
Minuten
D
Klok
Slide 5 - Quizvraag
De formule voor gemiddelde snelheid
In deze les gebruiken we voor afstand de eenheden meter en kilometer, voor tijd gebruiken we de eenheden seconden en uren
Slide 6 - Tekstslide
Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven
Slide 7 - Tekstslide
Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven
Gevraagd
Slide 8 - Tekstslide
Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven / mag je lezen als 'per'
Gevraagd
Uitwerking:
= 100 meter/10,8 seconden = 9,3 meter/seconden
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de afkorting van 1: meter 2: seconden
A
1: met
2: s
B
1: m
2: s
C
1: m
2: sec
D
1: met
2: sec
Slide 10 - Quizvraag
Een atleet loopt 500 meter in 50 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid
A
10 m/s
B
0,1 m/s
C
2500 m/s
D
25 m/s
Slide 11 - Quizvraag
Van m/s naar km/h
Om snelheid uit te drukken gebruiken we vaak kilometers per uur.
In natuurkunde gebruiken we vaak meters per seconde
Slide 12 - Tekstslide
Hoeveel seconden zitten er in een uur?
A
60
B
1000
C
360
D
3600
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel meter past in een kilometer
A
10
B
100
C
1000
D
10000
Slide 14 - Quizvraag
Makkelijk van m/s naar km/h
Van m/s naar km/h doe je door -> x3,6
Van km/h naar m/s doe je door -> :3,6
Slide 15 - Tekstslide
Johan fietst met een snelheid van 5,5 m/s, hoeveel km/h is dat?
A
19,8
B
5,5
C
1,53
D
55
Slide 16 - Quizvraag
Ik fiets met 15 km/h naar school, daar doe ik een uur over. Hoeveel km moet ik fietsen?
A
5 km
B
15 km
C
30 km
D
1,5 km
Slide 17 - Quizvraag
Afstand berekenen
Het gedeeld door streepje in km/h mag je lezen als het woordje 'per'.
Als ik 15 km/h fiets, fiets ik dus 15 kilometer per uur
Dan reken ik dus uit: snelheid x tijd = 15 km/h x 1 h = 15 km
De formule voor afstand is
Slide 18 - Tekstslide
Oefenopgave
Klaas-Jan neemt een strafschop. De bal legt 11 m af in 0,25 s.
Bereken de gemiddelde snelheid van de bal.
Slide 19 - Tekstslide
Oefenopgave
Patrick rijdt op zijn brommer in 0,3 h van huis naar school.
Zijn gemiddelde snelheid is 36 km/h.
Bereken hoever Patrick van school woont.
Slide 20 - Tekstslide
Oefenopgave:
Gerben heeft voor een onderzoek voor school de gemiddelde snelheid van een slak gemeten. Deze is 0,004 m/s.
Bereken hoeveel tijd de slak nodig heeft voor een afstand van 1,1 m.