3.5 Oorzaken en gevolgen

Oorzaak en gevolg 
Bij geschiedenis is het belangrijk dat je weet waarom iets gebeurd. Er gebeurd namelijk nooit iets zomaar. Er is altijd een oorzaak die verklaard waarom iets gebeurd. Die gebeurtenis zorgt voor verandering. Die verandering is het gevolg. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oorzaak en gevolg 
Bij geschiedenis is het belangrijk dat je weet waarom iets gebeurd. Er gebeurd namelijk nooit iets zomaar. Er is altijd een oorzaak die verklaard waarom iets gebeurd. Die gebeurtenis zorgt voor verandering. Die verandering is het gevolg. 

Slide 1 - Tekstslide

Directe oorzaak 
  • Dit leidt meteen tot de gebeurtenis.

Bijv. je hebt niet geleerd voor de toets en je haalt een onvoldoende.  

Slide 2 - Tekstslide

Indirecte oorzaak 
  • Dit leidt met een tussenstop tot een gebeurtenis. 

bijv. Je cavia is overleden, hierdoor heb je niet geleerd voor de toets en daarom heb je een onvoldoende.

Slide 3 - Tekstslide

Direct gevolg 
  • Dit komt meteen voort uit een gebeurtenis.


Bijv. Je krijgt een penalty en daarom maak je een goal.  

Slide 4 - Tekstslide

Indirect gevolg
  • Volgt met een tussenstap uit een gebeurtenis. 


Bijv. Je krijgt een penalty, je maakt een goal en daardoor win je de wedstrijd

Slide 5 - Tekstslide

Je bent te laat op school. Dit heeft een oorzaak. Welke oorzaken horen bij elkaar?

Er lag glas op de weg
De trein reed niet 
Indirecte oorzaak
Directe oorzaak
Er was een boom op het spoor gevallen
Je had gisteren een feestje 
Je had een lekke band
Je had je verslapen

Slide 6 - Sleepvraag

Soorten oorzaken en gevolgen
  • Politiek-bestuurlijk 
  • Sociaal
  • Economisch 
  • Cultureel  

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit dat de gebeurtenis in de bron ook een economische oorzaak heeft.

Slide 9 - Open vraag

Zet de gebeurtenissen in goede tijdsvolgorde, van vroeger naar later. 
A. Duitsland moet veel geld betalen voor andere landen.
B. Het gaat slecht met de economie van Duitsland. 
C. Het Verdrag van Versialles wordt gesloten.
D. Mensen vallen de huizen en winkels van Joden aan.
A
B
C
D

Slide 10 - Sleepvraag

Welke van de vorige gebeurtenissen is een direct gevolg van het Verdrag van Versailles?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de vorige gebeurtenissen is een indirect gevolg van het Verdrag van Versailles?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quizvraag

Maken
Opdracht 2, 6, 7 +9

Slide 13 - Tekstslide