Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1. Introductie
2. Leervragen VE1.1
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 1 - Tekstslide
Leervragen
Wat zijn behoeften?
Belangrijke vragen bij 6.1
Wat is het verschil tussen directe en indirecte ruil?
Hoe kom je aan de dingen die je nodig hebt?
Hoe bereken je het gemiddelde?
Slide 2 - Tekstslide
Je hebt heel wat nodig
behoeften
Basisbehoeften
Wat je echt nodig hebt om te leven, zoals eten, drinken, kleding en onderdak.
Overige behoeften
Alles wat je leven leuker of makkelijker maakt, zoals een spelcomputer of een vakantie.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Leervragen
Wat zijn behoeften?
Wat is het verschil tussen directe en indirecte ruil?
Hoe kom je aan de dingen die je nodig hebt?
Hoe bereken je het gemiddelde?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Kopen wat je nodig hebt
behoeften
goederen
= tastbare producten, voorwerpen die je kunt aanraken
diensten
= niet-tastbare producten. Iemand die iets voor jou doet, levert een dienst
Als je goederen of diensten koopt, ben je een consument
Slide 7 - Tekstslide
Een gemiddelde berekenen
Marit heeft dit jaar de volgende cijfers gehaald voor Mens & Maatschappij:
6,0 / 7,4 / 4,9 / 8,4
Bereken het gemiddelde cijfer.
Tel alle getallen bij elkaar op: 6,0 + 7,4 + 4,9 + 8,4 = 26,7
Het aantal cijfers is = 4
Het gemiddelde cijfer is 26,7 ÷ 4 = 6,675
Rond het getal af: 6,7
Slide 8 - Tekstslide
Een gemiddelde berekenen (blz. 40)
Slide 9 - Tekstslide
Gemiddelde berekenen
Laura gaat op fietsvakantie en koopt vier artikelen bij De Wit in Schijndel. Een tent voor €700, een slaapmatje voor €150, een Powerbank voor €12,70 en helm voor €40.
Bereken de gemiddelde prijs per artikel.
Blz. 40
Slide 10 - Tekstslide
Hoe schrijf je een geldbedrag op?
Euroteken (€)
Voor het bedrag schrijf je het €-teken
Decimalen
Twee cijfers achter de komma.
Hele euro's
Achter een bedrag in hele euro's: niks - ,00 of ,-
Duizendtallen
Een punt om het getal goed te overzien.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe schrijf je een geldbedrag op?
Euroteken (€)
Voor het bedrag schrijf je het €-teken
Decimalen
Twee cijfers achter de komma.
Hele euro's
Achter een bedrag in hele euro's: niks - ,00 of ,-