Les 6 Televisie en de medialandschap

Lesweek 4 Het medialandschap (in Nederland)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesweek 4 Het medialandschap (in Nederland)

Slide 1 - Tekstslide

Lesweek 6
  1. Terugblik op de vorige week met vier vragen
  2. De verzuiling, mediawet en omroepbestel verkennen
  3. Zorg dat je aantekeningen kunt maken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste kenmerk van massamedia?
A
Massamedia hebben beeld en geluid.
B
Massamedia hebben een groot publiek.
C
Massamedia willen zoveel mogelijk geld verdienen.
D
Massamedia willen zoveel mogelijk mensen bereiken.

Slide 3 - Quizvraag

Soms lopen de functies van media door elkaar. Noem twee functies van het Journaal
A
Meningsvorming & Informatie
B
Meningsvorming & Amusement
C
Reclame & Informatie
D
Informatie & Amusement

Slide 4 - Quizvraag

De media hebben in Nederland verschillende maatschappelijke functies. Welk antwoord hoort niet thuis in Nederland betreffende de media.
A
spreekbuis functie
B
informerende functie
C
indoctrinerende functie
D
pluriforme media

Slide 5 - Quizvraag

Wat is pluriformiteit van de media?
A
Dat er veel verschillende soorten media zijn
B
Dat er heel veel media is
C
Dat er veel nieuws wordt uitgezonden
D
Dat er veel buitenlands nieuws wordt getoond

Slide 6 - Quizvraag

Verzuiling
Nederlanders vinden steun bij lotgenoten, kerk, verenigingen, in de politiek = Verzuiling

Slide 7 - Tekstslide

Stelling: de publieke omroep dient alleen nog maar educatieve en informatieve programma's uit te zenden
Eens
Oneens

Slide 8 - Poll

De mediawet 
De overheid heeft regels ten aanzien van radio, televisie en gedrukte media opgesteld (Mediawet) met het doel om een breed en divers aanbod van zenders en kranten/tijdschriften in stand te houden.

 Door deze veelzijdigheid van het media- aanbod, krijgen allerlei maatschappelijke, religieuze en politieke stromingen een kans in de media. 

De publieke omroep is een omroep die (deels) wordt betaald uit publieke middelen o.a. belasting; de omroep verzorgt programma’s zonder winstoogmerk.

Slide 9 - Tekstslide

1. Publieke omroepen
  • Zijn verenigingen met leden
  • Voldoende leden maakt dat ze kunnen blijven bestaan
  • Worden financieel gesteund door de overheid
  • Daarom vooral: informatieve en culturele programma's uitzenden!  (Denk aan: OP1, De slimste mens, Nieuwsuur)

Slide 10 - Tekstslide

2. Commerciële omroepen
Hun doel = winst maken
Zijn ondernemingen
Willen geld verdienen aan hun uitzendingen
Voorbeelden: RTL 4, SBS 6
Radio: Radio538, Skyradio


Slide 11 - Tekstslide

Vier verschillen publieke en commerciële omroepen:
1: Publieke omroepen zenden uit via: Nederland 1, 2, 3, en radio 1 t/m radio 6.
Commerciële zenders hebben eigen zenders met eigen namen.

2: Commerciële zenders zijn niet verplicht culturele of informatie programma's uit te zenden. Het gaat alleen om de kijkcijfers.

Slide 12 - Tekstslide

Vier verschillen
3: Commerciële zenders krijgen GEEN geld van de overheid. Ze moeten hun geld verdienen met reclame inkomsten.
4: Commerciële zenders richten zich niet op een maatschappelijke groep (zuil.....katholieken of christenen).
Wél op een doelgroep.
Commerciële zender TLC  richt zich bijvoorbeeld op vrouwen, RTL 5  op mannen en MTV jongeren

Slide 13 - Tekstslide

3: Regionale omroepen
 Zenders voor een regio, brengen vooral plaatselijk nieuws!

Bijvoorbeeld: Omroep Brabant
verdienen hun geld met reclame
of krijgen subsidie van de overheid

Slide 14 - Tekstslide


Van welke omroep, die strijdt tegen racisme, werden in korte tijd 50.000 mensen lid?
A
Omroep Zwart
B
Omroep Oranje
C
Omroep Groen
D
Omroep Roze

Slide 15 - Quizvraag

Welke omroep hoort er NIET bij?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk 
Neem de  opdrachten mee naar volgende les

Slide 17 - Tekstslide