In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
Voor een bv bestaat het eigen vermogen uit:
Slide 1 - Open vraag
Wat is cashflow?
A
het verschil tussen opbrengsten en kosten in een periode
B
het verschil tussen ontvangsten en uitgaven in een periode
C
de cashflow is gelijk aan de verandering van de liquide middelen in een periode
D
het verschil tussen een eenmalige grote investeringsuitgave en de restwaarde van de investering
Slide 2 - Quizvraag
Als ontvangsten en uitgaven niet gegeven zijn, dan moet je de afschrijvingskosten weer bij het resultaat optellen om de cashflow te berekenen. Waarom?
Slide 3 - Open vraag
De meest eenvoudige manier om een investering te beoordelen is met behulp van de terugverdientijd. Waarom?
Slide 4 - Open vraag
Netto contante waarde
Slide 5 - Woordweb
Leg uit waarom disconteringsvoet een maatstaf voor risico is
Slide 6 - Open vraag
Thema en leerdoel van deze les
Fusies en overnames
- waarde van een onderneming bepalen op basis van het eigen vermogen (intrinsieke waarde) en op basis van de contante waarde van de toekomstige cashflows
Slide 7 - Tekstslide
fusies en overnames
Slide 8 - Woordweb
Bekende voorbeelden van fusies en overnames
Slide 9 - Woordweb
Op basis van een grootschalige onderzoek waren 250.000 fusies en overnames ondergezocht. Wat denk jij: hoeveel procent van de overnames en fusies mislukten?
14
23
55
75
90
Slide 10 - Poll
op basis van grootschalige onderzoek van fusies en overnames:
Tenminste 75% mislukt - oftewel prestaties niet vooruitgegaan na de fusie in vergelijking met de situatie voorafgaand
en alleen rond 15% is geslaagd in het creëren van meer waarde (strak criteria)
Slide 11 - Tekstslide
Wat zijn de mogelijke redenen voor een fusie/overname?
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Video
Wat is de link tussen Senseo en het thema vandaag?
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Autoriteit Consument en Markt (ACM)
Slide 19 - Woordweb
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Wat moet jij kunnen?
- waarde van een onderneming bepalen op basis van het eigen vermogen (intrinsieke waarde) en op basis van de contante waarde van de toekomstige cashflows
Slide 22 - Tekstslide
Aan de slag om te oefenen:
-Pepper 140
-FIAT De Beer 141
-Joinforfit 143
Slide 23 - Tekstslide
Huiswerk
Lees de samenvatting door over organisatiestructuur en leiderschapsstijlen (tenminste blz. 154-155, liever ook blz. 156) of gebruik google/youtube....
Kies een organisatie - groot of klein, internationaal, Nederlands of lokaal, maakt niet uit - probeer er achter te komen welke organisatiestructuur ze heeft en iets over leiderschapsstijl binnen de organisatie