1.3 verwerking
1 / 14
Lesduur is: 55 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn waarden?
A
Middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden
B
Principes die je belangrijk vindt in het leven
C
Regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn normen?
A
Regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
B
Principes die je belangrijk vindt in het leven
C
De mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
Slide 5 - Quizvraag
Vul de ontbrekende woorden in:
'Een (1) is het voordeel dat je ergens bij hebt. Een (2) is wanneer het belang van de één botst met het belang van de ander. (3) is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
'Een (1) is het voordeel dat je ergens bij hebt. Een (2) is wanneer het belang van de één botst met het belang van de ander. (3) is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Slide 6 - Open vraag
Welk machtsmiddel wordt bij iedere afbeelding ingezet?
Functie/beroep
kennis
aanzien/status
Aantal medestanders
geld
Slide 7 - Sleepvraag
a) noem een bekend persoon die een bepaald soort macht heeft
b) wat is zijn machtsmiddel?
b) wat is zijn machtsmiddel?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Welk begrip uit 1.3 past bij dit filmpje?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
a) Welk dikgedrukt woord uit het boek past goed bij dit filmpje?
b) Waarom heb je dit woord gekozen?
b) Waarom heb je dit woord gekozen?
