-
Beantwoord de
leervraag voor jezelf en schrijf de betekenis van de
begrippen: veenlijk, bandkeramiekers, trechterbekercultuur, cultuur, steentijd, bronstijd, ijzertijd kort voor je zelf op.
-Maak de opdrachten: 1, 2a, 4c, 6, 8, 11 uit je werkboek.
-Je hebt 15 minuten.
-Werken in fluisterstand en steek je vinger op als je een vraag hebt.