5.4 Chemische reacties

5.4 chemische reacties 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

5.4 chemische reacties 

Slide 1 - Tekstslide

Tim zit naast de openhaard. Hij voelt de warmte van de openhaard op zijn gezicht. dit is een vorm van?

Slide 2 - Open vraag

Benoem de drie voorwaarden voor een verbranding

Slide 3 - Open vraag

Leg uit hoe je op verschillende manieren een brand kan blussen

Slide 4 - Open vraag

De laptop heeft een vermogen van 15W. Bereken het energie verbruik als de laptop 2400s aanstaat.

Slide 5 - Open vraag

Benoem de drie vormen van warmtetransport

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf weet jij:
 Je weet wat een chemische reactie is
 Je weet wat een reactieschema is
 Je weet hoe je een reactieschema moet maken
 Je weet wat een verbrandingsreactie is
 Je weet hoe je een verbrandingsreactie moet maken

Slide 7 - Tekstslide

Chemische reactie 
Als stoffen veranderen in andere stoffen noemen we dit een chemische reactie. 

Denk aan de fotosynthese: 
Koolstofdioxide + Water + zonlicht -> Glucose + Zuurstof 

Dit noemen we een Reactie schema  

Slide 8 - Tekstslide

Reactie schema 
Een reactie schema heeft altijd:
- beginstoffen 
- reactieproducten

Denk aan de fotosynthese:
Koolstofdioxide + Water + zonlicht -> Glucose + Zuurstof 
Beginstof: Koolstofdioxide, water, zonlicht 
reactieproduct: zuurstof, glucose 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is/zijn de beginstoffen in het volgende reactie schema?
ijzer + zuurstof -> roest

Slide 10 - Open vraag

Wat zijn de reactieproducten in het onderstaande reactie schema?
Aardgas + zuurstof -> koolstofdioxide + water

Slide 11 - Open vraag

Bij de verbranding in ons lichaam maken we van zuurstof en glucose, energie, koolstofdioxide en water. Maak een reactie schema van de verbranding

Slide 12 - Open vraag

Verbrandingsreactie 
Bij een verbrandingsreactie, verbrand zuurstof met een brandstof. 

Veel gebruikte brandstoffen zijn: Aardgas, benzine, diesel en houtkool. 

Slide 13 - Tekstslide

volledige en onvolledige verbranding
Bij een verbranding met voldoende zuurstof, verbrand alle brandstof.
Dit noemen we een volledige verbranding 

Een verbranding met onvoldoende zuurstof noemen we een onvolledige verbranding. Er is dan te weinig zuurstof om alle brandstof te verbranden. 
Hierbij ontstaat het gas koolstofmonoxide. 
Dit gas is dodelijk!

Slide 14 - Tekstslide

Maakwerk
Maak nu opgave 44 t/m 56 in het boek op blz 139 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een onvolledige verbranding?

Slide 16 - Open vraag

Bij de verbranding van hout ontstaan de stoffen koolstofdioxide en water. Maak hier een reactieschema van.

Slide 17 - Open vraag

Wat is een volledige verbranding?

Slide 18 - Open vraag