Hoofdstuk 3.2

Huiswerk vandaag
Doornemen paragraaf 3.2
Maken Hst 3 §2 - blz 75 1 tm 8
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Huiswerk vandaag
Doornemen paragraaf 3.2
Maken Hst 3 §2 - blz 75 1 tm 8

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les weet je:

- welke ondernemingsvormen er zijn
- wat de kenmerken van de verschillende ondernemingsvormen zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de voordelen
van een eigen zaak?

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn de nadelen
van een eigen zaak?

Slide 5 - Woordweb

§3.2 De vorm van de onderneming

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Keuze voor een ondernemingsvorm is afhankelijk van veel zaken. Meewegen in de beslissing moeten in iedere geval de volgende zaken:
  • aansprakelijkheid
  • belastingen
  • verzekeringen
  • wie is eigenaar?
  • wie heeft de leiding?

Slide 8 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Natuurlijk persoon

Rechtspersoon

Slide 9 - Tekstslide

Natuurlijk persoon
  • zelf aansprakelijk
  • prive vermogen = zakelijk vermogen
  • netto winst = inkomen 
  • particulier verzekeren

Slide 10 - Tekstslide

Rechtspersoon
  • juridische vorm aansprakelijk
  • (bij wanbestuur wel aansprakelijk)
  • inkomen uit salaris
  • vennootschapsbelasting
  • werknemersverzekering

Slide 11 - Tekstslide

Ondernemingsvormen

Eenmanszaak met of zonder personeel 

Vof (Vennootschap onder firma)

* BV (Besloten vennootschap)

NV (Naamloze vennootschap)


Slide 12 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Slide 13 - Tekstslide

Noteer de 4 ondernemingsvormen

Slide 14 - Open vraag

Wie is er bij een eenmanszaak en een VOF aansprakelijk
A
Rechtspersoon
B
Natuurlijk persoon

Slide 15 - Quizvraag

Noem twee verschillen tussen een rechtspersoon en natuurlijk persoon

Slide 16 - Open vraag

Dank voor jullie aandacht!

Slide 17 - Tekstslide