Kies 1 van de gebouwen uit. Maak bij dit gebouw een lapbook.
Op de muurkrant gaat het over:
Welke bouwstijl heeft dit gebouw? En waaraan kan ik dat zien?
Wat was de functie van het gebouw? Wat houdt dat in?
Wie was de architect? (kan je niet van alle gebouwen vinden)
Waar staat het gebouw? Voeg een kaart toe en geef aan.
Is het gebouw symmetrisch? Waaraan zie je dat?
Gebruik de woorden: decoratie, details, exterieur, geometrisch, organisch.