In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Planning tot PTA
H4 Stoffen
H5 Materialen
PTA: 17 mrt 2022
Slide 1 - Tekstslide
Deze week
Voorkennis: Wat weet je al over stoffen
Stofeigenschappen
Slide 2 - Tekstslide
Voorkennis
Extractie en filtreren
Fasen en faseovergangen
Slide 3 - Tekstslide
Scheidingmethode
Extraheren.
Onttrekken van kleur, smaak en geur.
Je voegt oplosmiddel toe aan een vaste stof => sommige stoffen lossen op, andere niet
Methode om oplosbare stoffen van niet oplosbare stoffen te scheiding
Filtreren.
Een filter met gaatjes laat de ene stof wel door en de andere niet
Residu: stof die achter blijft
Filtraat: is de vloeistof die je opvangt
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van extraheren
A
gif uit een vloeistof halen
B
thee zetten
C
zout uit zeewater halen
D
maken van sterke drank
Slide 5 - Quizvraag
Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet de koffie zelf die na het filtreren in de kan zit ?
A
oplosmiddel
B
filtraat
C
residu
D
extractiemiddel
Slide 7 - Quizvraag
Fasen en fase-overgangen
Slide 8 - Tekstslide
Welke faseovergang zie je hier ?
A
dooien
B
bevriezen
C
condenseren
D
smelten
Slide 9 - Quizvraag
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 10 - Quizvraag
Deeltjesmodel
Moleculen van een stof veranderen niet
Moleculen van een stof bewegen voortdurend.
Moleculen van een stof trekken elkaar aan.
Slide 11 - Tekstslide
Hieronder zie je 3 potjes met het deeltjesmodel van een stof.
Welke fase moet ieder potje voorstellen?
vloeibaar
vast
gas
Slide 12 - Sleepvraag
Bij het deeltjesmodel hadden we drie molecuuleigenschappen afgesproken. welke is géén molecuuleigenschap!
A
De moleculen veranderen niet
B
De moleculen blijven in 1 ruimte
C
De moleculen trekken elkaar aan
D
De moleculen bewegen voortduren
Slide 13 - Quizvraag
Graden celcius naar Kelvin
0 graden Celcius is 273 Kelvin
0 Kelvin is -273 graden Celcius
Slide 14 - Tekstslide
100 graden Celsius is ... Kelvin
A
-173
B
-373
C
373
D
173
Slide 15 - Quizvraag
Samenvatting
Je weet het verschil tussen Extractie en filtratie
Je kent de fasen en faseovergangen
Je kunt het deeltjesmodel uitleggen
Je kunt rekenen met graden Celsius en Kelvin
Slide 16 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maak opgaven voorkennis (p. 184)
Lees H4.1 Stofeigenschappen goed door (p. 186)
Slide 17 - Tekstslide
Planning
H4.1 Stofeigenschappen
Opgaven H4.1
Nakijken opgaven voorkennis
Slide 18 - Tekstslide
H4.1 stofeigenschappen
Mengsels en zuivere stoffen
Stoffen zuiveren
Moleculen sorteren
Eigenschappen vastleggen
Slide 19 - Tekstslide
Stofeigenschappen:
Brandbaarheid
Geur
Kleur
Smaak
Fase (bij kamertemp.)
Kookpunt
Smeltpunt
Oplosbaarheid in water
Geen stofeigenschappen:
Temperatuur
Vorm
Massa
Volume
Slide 20 - Tekstslide
Sleep de stofeigenschappen naar het juiste vakje
Stofeigenschappen
Geen stofeigenschappen
Geur
Kleur
Hoeveelheid
massa
dikte
brandbaarheid
smaak
vorm
fase
Slide 21 - Sleepvraag
Zuivere stoffen of mengsels
Zuivere stof
Slechts één type bestandsdeel
Mengsel
twee of meer stoffen bij elkaar en niet een nieuwe stof vormen
Slide 22 - Tekstslide
Mengsel
Zuivere stof: element
Zuivere stof: verbinding
Slide 23 - Sleepvraag
Is lucht een zuivere stof?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Zuiveren
Als je een stof gaat zuiveren, ben je eigenlijk de moleculen aan het sorteren.
Alle moleculen van dezelfde soort bij elkaar sorteren
Dat sorteren en zuiveren doe je door scheidingsmethodes te gebruiken.
Voorbeeld
Het zuiveren van suiker. Suikerbieten die in de fabriek worden verwerkt, bestaan voor ongeveer 20% uit suiker. Stap voor stap wordt de suiker gescheiden van de andere stoffen. Uiteindelijk blijven er dan witte kristallen over die voor meer dan 99% uit suiker bestaan.
Afbeelding 12
Een mengsel van 3 stoffen
Afbeelding 13
3 zuivere stoffen
Slide 25 - Tekstslide
Scheidingsmethoden
extraheren:
scheiden van stoffen door oplossen van kleur- geur- en smaakstoffen
filtreren:
stoffen scheiden d.m.v. een filter
indampen:
een vaste stof wordt uit een vloeistof gescheiden door de vloeistof te laten verdampen
Slide 26 - Tekstslide
Eigenschappen vaststellen
Oplosbaarheid:
de mate waarin een stof oplost in een andere stof, bv water of olie
Geleiding:
Alle metalen geleiden goed, rest zijn isolatoren
Dichtheid:
Is de hoeveelheid massa in een bepaald volume
Het gewicht van een stof per volume-eenheid
Dichtheid = massa : volume
Slide 27 - Tekstslide
Zuivere stof of mengsel?
mengsel
zuivere stof
zuivere berglucht
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
suiker
gemalen koffie
Slide 28 - Sleepvraag
Alcohol is een zuivere stof en water is een zuivere stof. Als je ze bij elkaar doet krijg je ...
A
een mengsel
B
NIX18
C
een zuivere stof
D
goud
Slide 29 - Quizvraag
Wat is de dichtheid?
A
de massa van één vierkante centimeter van een stof
B
Hoe dicht moleculen zijn
C
Het volume gedeeld door de massa
D
Alle moleculen bij elkaar
Slide 30 - Quizvraag
Samenvatting H4.1
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.
De proef is ongeveer gelijk aan de proef in het nask-boek; Proef 1: zout scheiden van zand.
Vul tijdens de proef jouw bevinden in jouw nask-boek
Kader: p. 232
GT: p. 230
Slide 36 - Tekstslide
1: Verzamel benodigheden
ca 15 g Zout
ca 15 g Zand
Een keukenzeef of koffiefilter
Een pan en een verwarmingselement
Aangeraden om een tweede pan of kom te hebben om de gezeefde zoutoplossing in op te vangen.
Slide 37 - Tekstslide
2) Mengen zand en zout
Om een gecontroleerd experiment uit te kunnen voeren doe je je best om van beide stoffen evenveel te gebruiken
Zorg dat je van beide stoffen ongeveer 15 gram gebruikt. Dit komt neer op ruwweg 1 eetlepel zand en 1 eetlepel zout.
Meng in de pan gelijke delen zand en zout met elkaar
Met kleinere hoeveelheden is het proefje gemakkelijker voor te bereiden en kun je na afloop eenvoudiger schoonmaken.
Slide 38 - Tekstslide
3) het oplosmiddel toevoegen
Doe water bij het zand en het zout. Als je 15 gram zand en 15 gram zout hebt voeg je ongeveer 150 ml water toe.
Als je te veel water gebruikt duurt het te lang voordat alles afgekookt is.
Slide 39 - Tekstslide
4) extraheren van mengsel
Bij deze stap kun je het mengsel het beste opwarmen op een matig vuur op een fornuis.
Met wat warmte zal het zout in beweging komen en in het water oplossen. Roer ondertussen het mengsel.
Als je het oplossen niet wilt beïnvloeden, laat het mengsel dan een nachtje staan en kom er niet aan.
Zorg ervoor dat je het water niet zo sterk verwarmt dat het gaat koken. Daardoor zal het water gewoon verdampen en zal je helemaal opnieuw moeten beginnen.
Slide 40 - Tekstslide
5) filtreren / zeven zand uit zoutoplossing
Nu het zout volledig opgelost is in het water is het tijd om het zout en de zoutoplossing te scheiden.
Zeef het zand uit de zoutoplossing.
Giet het mengsel door een zeef of een koffiefilter.
Zorg ervoor dat je dit boven een pan of kom doet om de vloeistof op te vangen.
Je kunt het mengsel het beste boven een pan zeven, want dan kun je het gemakkelijk koken.
Slide 41 - Tekstslide
6) Indampen zoutoplossing
Om het zout en het water volledig van elkaar te scheiden zal je ervoor moeten zorgen dat het zout weer terugkomt in zijn oorspronkelijke toestand. Dit kun je doen door het water te koken.
Zet de pan op een fornuis en laat het water koken. Wacht totdat het water volledig weg gekookt is. Draai het vuur uit. Je zou nu het zout in de pan moeten kunnen zien liggen.
Het kookpunt van zout ligt veel hoger dan dat van water. Om de pan te beschermen kook je de zoutoplossing op een relatief laag vuur. Het duurt misschien langer voordat de zoutoplossing kookt, maar de snelheid is het risico op schade niet waard.
Je kunt nu het zout uit de pan halen. Leg als je dat wilt het herwonnen zout naast het zand om het proefje officieel af te ronden.