4.2 Breuken optellen en aftrekken deel 1 08-12-20

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Laat alles in je tas zitten behalve één grijs potlood.

Nieuwe plattegrond

Ready?

• Is iedereen aanwezig?

• Hebben we alles mee?

• Huiswerk af? 8 t/m 28 + breinbreker

Planning

LESDOEL: Ik kan met breuken optellen en aftrekken

Toets bespreken

Herhalen

Uitleg

Aan de slag 

Afsluiting

Toets bespreken

• Pak een grijs potlood, de rest blijft in je tas.
• Ik roep je naam, kom bij mij je toets halen

• Iedereen de toets? Opgaven bij langs gaan
• Zet een kruisje voor de opgave waar ik nog naar moet kijken

• Nog vragen?

4.1 Breuken

• Hoe noem je het getal boven en onder de breukstreep?

• Hoe noem je het getal boven en onder de breukstreep?
• Hoe spreek je dit voorbeeld uit?

• Hoe noem je breuken met dezelfde noemer?
• Gelijknamige breuken
• Hoe maak je breuken gelijknamig? 3/8 en 2/5
• Hoe schrijf je negatieve breuken op?

• Hoe noem je breuken met dezelfde noemer?
• Gelijknamige breuken
• Hoe maak je breuken gelijknamig? 3/8 en 2/5
• Hoe schrijf je negatieve breuken op?
•  Hoe noem je een breuk die er zo uitziet?

• Hoe noem je breuken met dezelfde noemer?
• Gelijknamige breuken
• Hoe maak je breuken gelijknamig? 3/8 en 2/5
• Hoe schrijf je negatieve breuken op?
•  Hoe noem je een breuk die er zo uitziet?
• Samengestelde breuken

• 5/1 = ...
• Wat betekend gelijkwaardig? Voorbeeld?
• 1/2 en 3/6
• Vereenvoudig: 38/4 en 20/5

Vragen?

Over de opgaven?

4.2 Breuken optellen en aftrekken

1. Breuken gelijknamig maken (als nodig)
2. Tel de tellers bij elkaar op (noemers blijven hetzelfde)
3. Vereenvoudig (als mogelijk) 
   

• 35ab
• 39ab

Aan de slag (huiswerk voor dinsdag 15-12-20)

Maak: 4.2: 34 t/m 52 + breinbreker

        4.3: 60 t/m 83

Klaar? Nakijken

Klaar? Samenvatten vanaf 4.1

Je gaat rustig aan het werk!

Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt. 

Lesdoel behaalt?

• Ik kan (ongelijknamige) breuken optellen
• Ik kan met (ongelijknamige) breuken aftrekken

Hoe ging de les?