Opvoedkunde deel 1 5PMW (sept. '23)

Planning 10-09-2024:
  • inleiding basiscompetenties in de welzijnszorg
  • 17-09-2024: uitstap naar het kinderdagverblijf (oefenen verluieren en kennismaking met de werking van het kinderdagverblijf)
  •  17-09-2024: kennistoets basiscompetenties pag. 8 tot 12
  • ontwerpen & maken van een wapenschild 5PMW
  • spel
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
OpvoedkundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Planning 10-09-2024:
  • inleiding basiscompetenties in de welzijnszorg
  • 17-09-2024: uitstap naar het kinderdagverblijf (oefenen verluieren en kennismaking met de werking van het kinderdagverblijf)
  •  17-09-2024: kennistoets basiscompetenties pag. 8 tot 12
  • ontwerpen & maken van een wapenschild 5PMW
  • spel

Slide 1 - Tekstslide

Opvoedkunde deel 1 (sept. '24)
Zie cursus in Google Classroom 

Slide 2 - Tekstslide

Vakgebonden attitudes

Slide 3 - Tekstslide

Inleidende opdracht: portfolio


Beantwoord individueel de vragen op pagina 3 (zie Google Classroom en dien deze in).
= opdracht 1: portfolio

Slide 4 - Tekstslide

Leerinhouden 
  • eerst leren, oefenen en evalueren
  • onderdompelen van kennis en omgaan met verschillende doelgroepen
  • Afwisseling tussen theorie en praktijk
  • Werkplekleren in kleuterschool,                                       kinderdagverblijf, ...

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2: pedagogische vaardigheden


Zoek zelfstandig de betekenis van de woorden op pagina 6 en noteer deze in je eigen woorden. 
In te dienen via Google Classroom = opdracht 2

Slide 6 - Tekstslide

Pedagogische en agogische vaardigheden
Pedagogisch = persoons en contextgebonden

Persoonsgebonden: hoe de persoon omgaat met een bepaalde situatie

Contextgebonden: het geheel van omstandigheden beïnvloedt de manier waarop iemand reageert

Slide 7 - Tekstslide

Wie moet pedagogisch handelen?

1. Primaire opvoeders (meestal de ouders)

2. Secundaire opvoeders (leerkrachten, kinderverzorgsters, opvoeders, ...)

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van pedagogische vaardigheden:
  • betrokkenheid
  • probleemoplossend denken
  • toezicht houden
  • positieve bekrachtiging 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Pedagogisch handelen kunnen we onderverdelen in 4 elementen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

vertrouwen creëren
aandachtig zijn
geduldig zijn
begrip tonen
compliment geven
inspelen op behoeften
Hans wilt niet op de schommel omdat hij daar vorige week van af gevallen is. Je laat Hans naast jou zitten terwijl de rest op de schommels gaat.
Ruud wilt vertellen wat er op school gebeurde vandaag. Je zet de tv af en luistert naar Ruud. 
Noa heeft een halfuur aan zijn zandkasteel gewerkt. Je toont je bewondering over hoe hoog het kasteel is.
Simon ziet er erg moe uit. Je besluit hem nu al zijn middagdutje te laten doen, ondanks hij dat normaal pas binnen een uur doet.
Bas komt voor de eerste keer naar de kinderopvang. Hij lijkt wat bang. Je neemt hem bij jou op de schoot en laat hem rustig wennen aan deze nieuwe omgeving.
Mats wilt zijn schoentjes uitdoen, maar dat lukt niet zo goed. Je besluit te wachten en Mats zelf te laten proberen.

Slide 17 - Sleepvraag

Agogische vaardigheden
Agogische vaardigheden verwijzen naar de vaardigheden en technieken die worden gebruikt in de agogiek, een vakgebied dat zich bezighoudt met het begeleiden, ondersteunen en stimuleren van persoonlijke ontwikkeling, groei en verandering van individuen, groepen en gemeenschappen. 

Agogische vaardigheden zijn vooral relevant in contexten zoals sociaal werk, onderwijs, jeugdzorg, counseling, en andere beroepen waarbij het helpen van mensen bij hun persoonlijke en sociale ontwikkeling centraal staat.

Slide 18 - Tekstslide

Agogische basisvaardigheden
  • observeren
  • communiceren
  • luistervaardigheid
  • feedback geven
  • evalueren

Slide 19 - Tekstslide

Kennisvaardigheden & attitudes
  • Kennis: dingen die iemand weet en veel over kent
  • Vaardigheden: bepaalde fysieke of mentale handelingen kunnen uitvoeren
  • Attituden: iemand zijn houding, instelling, motivatie
  • Competentie: kennis, vaardigheden en attitudes samen

Slide 20 - Tekstslide

BASISCOMPETENTIES IN SOCIALE RELATIES EN DE ZORG

Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn competenties weer?
Vul in op pagina 16

Slide 22 - Tekstslide

Cliëntgericht werken
Cliëntgericht werken in de zorg houdt in dat de cliënt of patiënt centraal staat. De (be)handelingen en procedures worden afgestemd op de wensen en zorgbehoeftes van de cliënt/patiënt. Het welzijn en de zelfredzaamheid van de zorgvrager zijn hierbij belangrijke factoren.

Slide 23 - Tekstslide

Er zijn 4 basiscompetenties waarover je dient te beschikken in de zorg

1. Empathie
2. Echtheid
3. Onvoorwaardelijke acceptatie
4. Warmte

Slide 24 - Tekstslide

wat is volgens jou empathie?

Slide 25 - Woordweb

Empathie =
  • Inlevingsvermogen
  • Zichzelf kunnen inleven in de emoties & gevoelens van anderen. 
  • Men begrijpt de verbale en non-verbale communicatie van de ander 

Slide 26 - Tekstslide

Empathie video

Slide 27 - Tekstslide

Zoek online naar een foto waarvan jij kan aantonen wat empathie is.

Slide 28 - Open vraag

Empathisch zijn in de zorg:

  • Probeer de zorgvrager te begrijpen vanuit zijn leefwereld 
  • Empathie = inlevingsvermogen
  • Kan op verschillende manieren zijn: een gebaar, lichaamshouding of gelaatsuitdrukking

Slide 29 - Tekstslide

Een empathisch verzorgende:
  • neemt de relatie met de zorgvrager au serieux 
  • is zich bewust van wat de zorgvrager nu voelt
  • Geeft commentaar op een manier die past bij cliënt zijn gedachten en gevoelens
  • Is gevoelig voor eigen fouten 
  • geeft de zorgvrager continue het signaal: ik ben er voor jou en met jou!

Slide 30 - Tekstslide

0

Slide 31 - Video

2. Echtheid

Slide 32 - Tekstslide

Echtheid is:
  • authentiek zijn
  • puurheid
  • oprecht en eerlijk zijn 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Vind jij van jezelf dat je altijd "ECHT" bent?

Slide 35 - Open vraag

Sta even stil bij jezelf:

Slide 36 - Tekstslide

Sta even stil bij jezelf:
  1. Wat zijn enkele kenmerkende eigenschappen die je altijd al had?
  2. Wanneer voelde je je echt diep gelukkig?
  3. Wat is het moment geweest in je leven dat je diep teleurgesteld was?
  4. Wat is echt belangrijk voor je, waar sta je voor of kom je voor in actie?
  5. Wat is je grootste uitdaging in je werk- en in je privéleven?
  6. Wat hoop je dat je beste vriend(in) over je zal zeggen op je 70ste verjaardag?
  1. Ik wou dat ik de moed had gehad om een leven te leiden dat echt bij me paste
  2. Ik wou dat ik niet zo hard gewerkt had
  3. Ik wou dat ik mijn gevoelens meer had durven uiten
  4. Ik wou dat ik het contact met mijn vrienden beter had onderhouden
  5. Ik wou dat ik mezelf had toegestaan te kiezen voor geluk
 

  


Slide 37 - Tekstslide

3. Onvoorwaardelijke acceptatie
= het aanvaarden van iets zonder te aarzelen of erover na te denken bijvoorbeeld: liefde voor je ouders, broer, zus of je vriendje/vriendin. 

Slide 38 - Tekstslide

4. Warmte
  • vriendelijkheid
  • betrokkenheid
  • genegenheid
  • ben ik een 'warm' persoon? 

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 3: basiscompetenties
Maak de opdracht basiscompetenties in Google Classroom.
Lees aandachtig elke casus en beantwoordt de vragen individueel.
Dien in via Google Classroom.

Slide 40 - Tekstslide

Volgende les:
Toets! 
Zijn er nog vragen? 

Slide 41 - Tekstslide

Oefenen!
Oefenen van de basiscompetenties aan de hand van een rollenspel...

Slide 42 - Tekstslide