deciliter en centiliter

lesdoel

Ik leer hoeveel een deciliter en een centiliter is en ik weet dat een kopje vol een deciliter is en een eetlepel voor 1 centiliter.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

lesdoel

Ik leer hoeveel een deciliter en een centiliter is en ik weet dat een kopje vol een deciliter is en een eetlepel voor 1 centiliter.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Dit is handig om te onthouden:
 
1 liter: de inhoud van een pak melk

1 deciliter: de inhoud van een kopje

1 centiliter: de hoeveelheid die op een dessertepel past

1 milliliter: een druppeltje uit een pipet,  
                 bijv. van oogdruppels of oordruppels

Slide 4 - Tekstslide

liter
deciliter
centiliter
milliliter

Slide 5 - Sleepvraag

Welke horen bij elkaar?
Liter
Centiliter
Milliliter
Deciliter

Slide 6 - Sleepvraag

Als je inhoudsmaten moet omrekenen, kijk je naar dit plaatje:

Slide 7 - Tekstslide

Hoe reken je dit nu uit?

Slide 8 - Tekstslide

1 centiliter = .... mL
1 centiliter = .... dL
1 centiliter = .... L
0.6 Liter = .... mL
0.6 Liter = .... cL
0.6 Liter = .... dL

Slide 9 - Tekstslide

3 deciliter is hetzelfde als
A
30 liter
B
300 ml
C
3 centiliter
D
3000 centiliter

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juist inhoudsmaat:

Ik probeer op een dag 1,5 ... water te drinken.
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juist inhoudsmaat:

In een kopje past 2 .... koffie
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter

Slide 12 - Quizvraag

5000 ml = .................... L
A
50
B
500
C
5
D
50000

Slide 13 - Quizvraag

76 cl = .......................... ml
A
7,6
B
0,76
C
7600
D
760

Slide 14 - Quizvraag

18 dl = .................... ml
A
1,8
B
1800
C
180
D
18000

Slide 15 - Quizvraag

6 L = ................ ml
A
0,6
B
60
C
600
D
6000

Slide 16 - Quizvraag

9000 ml = ............ l
A
90
B
900
C
9
D
0,9

Slide 17 - Quizvraag

63 cl = .............. ml
A
6,3
B
630
C
6300
D
0,63

Slide 18 - Quizvraag

3000 ml = .................... L
A
3
B
30
C
300
D
0,3

Slide 19 - Quizvraag

83 dl = .................. cl
A
830
B
8,3
C
0,83
D
8300

Slide 20 - Quizvraag

400 ml = ................. dl
A
4000
B
0,4
C
40
D
4

Slide 21 - Quizvraag

290 cl = .................. dl
A
2,9
B
2900
C
29
D
0,29

Slide 22 - Quizvraag

In een pak melk zit 1
A
liter
B
milliliter
C
centiliter

Slide 23 - Quizvraag

Maatbeker vullen
  • Hoeveel maatbekers van 50 centiliter (cl) heb je nodig om een maatbeker van 1 liter (l) te vullen ? 
  • Eerst omrekenen naar mililiter (ml) ,      50 cl= .... ml 
  • 50 cl= 500 ml
  • Dit zijn dus 2 maatbekers !

Slide 24 - Tekstslide

Hard gewerkt!!! 

Slide 25 - Tekstslide