B3l Regelmatige ww op -ir 08 januari

Bonjour B3L
Quel est le jour d'aujourd'hui?
Aujourd'hui c'est ....................
Quelle est la date d'aujourd'hui?
Aujourd'hui c'est le ............
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Bonjour B3L
Quel est le jour d'aujourd'hui?
Aujourd'hui c'est ....................
Quelle est la date d'aujourd'hui?
Aujourd'hui c'est le ............

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour B3L
Quel est le jour d'aujourd'hui?
Aujourd'hui c'est mercredi
Quelle est la date d'aujourd'hui?
Aujourd'hui c'est le 8 janvier.

Slide 2 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui
l'objectif du cours:
révise verbe -ir 
(herhaling van het regelmatig werkwoord op -ir)

Slide 3 - Tekstslide

Regelmatige ww op -ir

Slide 4 - Tekstslide

werkwoorden op -ir
choisir (kiezen)
rougir (rood worden, blozen)
réussir (slagen)
remplir (invullen)
réfléchir (nadenken)

Slide 5 - Tekstslide

Regelmatig ww op -ir
Altijd twee regels:
1) STAM = hele ww - laatste twee letters

finir > fin

2) STAM + uitgang


Slide 6 - Tekstslide

finir (beëindigen) - stam = fin
Je finis
Tu finis
Il/elle/on finit
Nous finissons
Vous finissez
Ils/elles finissent

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de goede vorm?
Nous (finir)
A
finis
B
finit
C
finissons
D
finissez

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de goede vorm?
Tu (choisir)
A
choisis
B
choisit
C
choisissons
D
choisissez

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de goede vorm?
Ils (finir)
A
finis
B
finit
C
finissez
D
finissent

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de goede vorm?
Sophie (rougir)
A
rougis
B
rougit
C
rougissons
D
rougissez

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de goede vorm van de présent:
Vous (finir)

Slide 12 - Open vraag

Zet in de goede vorm van de présent:
Tu (rougir)

Slide 13 - Open vraag

Zet in de goede vorm van de présent:
Julie et Driss (remplir) le formulaire

Slide 14 - Open vraag

Passé composé
Voor de passé composé (verleden tijd) gebeurt het volgende:
Bijvoorbeeld:
J'ai fini     Ik heb beëindigd
Tu as fini     Jij hebt beëindigd

Wat is dus de regel??

Slide 15 - Tekstslide

Passé composé
Wat is dus de regel??

1) voltooid deelwoord maak je door de -r van het hele werkwoord af te halen
2) vergeet het hulpwerkwoord niet!
j'ai choisi
tu as choisi, enz.


Slide 16 - Tekstslide

Wat is de goede vorm?
Tu (choisir) _________ ___________
A
ai choisi
B
as choisir
C
ai choisi
D
as choisir

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de goede vorm?
Nous (rougir) _________ ___________
A
avez rougir
B
avez rougi
C
avons rougir
D
avons rougi

Slide 18 - Quizvraag

Zet in de goede vorm van de passé composé: elles (finir) _______ _________

Slide 19 - Open vraag

Zet in de goede vorm van de passé composé: vous (réussir) _______ _________

Slide 20 - Open vraag

Zet in de goede vorm van de passé composé (laatste vraag):
Mon cousin (grandir)

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

SO woensdag 15 januari
SO CHAPITRE 2 DEEL 2:
Wat leer je van chapitre 2?

- vocabulaire E + F (beide kanten op. Let op! de woorden in het blauwe blok van lijst F leer je alleen F-N, de overige woorden beide kanten op!)
- Bron H (regelmatig werkwoord op -ir in de présent en de passé composé (blz. 82-83, 89 en je aantekeningen)
- Bron G (alle zinnen leer je beide kanten op)





Slide 23 - Tekstslide

opdrachten leestekst Bron F nagekeken?

Slide 24 - Tekstslide

Au travail!
- Leer de woorden van vocabulaire E + F
- Oefen alvast eens met de zinnen van Bron G (blz. 80)
 - gebruik thuis de site www.verbuga.eu om nog eens het regelmatig werkwoord op -ir te oefenen!

Slide 25 - Tekstslide