bs 5 gezonde voeding

Start van de les
- Rustige binnenkomst, direct naar je eigen tafeltje (klasopstelling).

- Check bij jezelf: jas/pet/kauwgom?

- Tablet blijft in de tas. Werkspullen pak je voor je.

- Zachtjes overleg tot timer is afgelopen. Lesstart -> aandacht naar voren.

- leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).
1. Begin in stilte aan Lesson-up basisstof 5
2. Lees en maak daarna b5 in je werkboek.


timer
2:00
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Start van de les
- Rustige binnenkomst, direct naar je eigen tafeltje (klasopstelling).

- Check bij jezelf: jas/pet/kauwgom?

- Tablet blijft in de tas. Werkspullen pak je voor je.

- Zachtjes overleg tot timer is afgelopen. Lesstart -> aandacht naar voren.

- leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).
1. Begin in stilte aan Lesson-up basisstof 5
2. Lees en maak daarna b5 in je werkboek.


timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2 Voeding en vertering
2.5 Gezonde voeding

Slide 2 - Tekstslide

De twaalfvingerige darm zit tussen de dunne en de dikke darm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

In de lever wordt gal gemaakt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De maagportier sluit de slokdarm af van de maag.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 11 is ...
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 6 - Quizvraag

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 06 is ...
A
dunne darm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
dikke darm

Slide 7 - Quizvraag

Een functie van darmperistaltiek is het vermengen van voedsel met verteringssappen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Welk verteringssap zorgt voor het emulgeren van vetten?
A
Alvleessap
B
Darmsap
C
Gal
D
Maagsap

Slide 9 - Quizvraag

In welk deel van het darmkanaal komen darmplooien en darmvlokken voor?
A
Dunne darm
B
Endeldarm
C
Slokdarm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 10 - Quizvraag

leerdoelen vandaag (2.5)
Aan het einde van de les:
- kan je met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.



Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
Goede voeding is nodig voor een goede gezondheid.
Je lichaam gebruikt je voeding als bouwstof, brandstof, reservestof en/of beschermende stof.

Al deze functies samen bepalen hoeveel en welke voeding je nodig hebt.


je kan met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.

Slide 12 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Je eet en drinkt gezond als je van alle voedingsstoffen voldoende binnenkrijgt.
De basis van gezonde voeding is gevarieerd eten (afwisseling).

Het Voedingscentrum geeft voorlichting over goed en gezond eten.
Een hulpmiddel is de Schijf van Vijf.
je kan met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.

Slide 13 - Tekstslide

Schijf van Vijf
De Schijf van Vijf bestaat uit 5 vakken met voedingsmiddelen die je dagelijks nodig hebt.

Elk vak staat voor een productgroep.
je kan met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.

Slide 14 - Tekstslide

Schijf van Vijf
Elke productgroep heeft voordelen voor je gezondheid en levert een belangrijke voedingsstof:
- groen: vooral vitaminen
- geel: vooral vetten
- roze: vooral eiwitten
- oranje: vooral koolhydraten
- blauw: vooral water
je kan met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.

Slide 15 - Tekstslide

Schijf van Vijf
Maar de producten in de vakken leveren ook andere voedingsstoffen.
Zo zitten in vetten ook vitaminen.
Voedingsvezels vind je vooral in de vakken groen en oranje.
Mineralen komen in alle vakken voor.
je kan met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.

Slide 16 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Als je elke dag uit elk vak iets eet, krijg je voldoende voedingsstoffen binnen.

Uit de grote vakken moet je meer eten dan uit de kleine vakken.
je kan met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.

Slide 17 - Tekstslide

kijkvraag
welke vakken zitten er in de schijf van 5?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

welke vakken zitten er in de schijf van 5?

Slide 20 - Open vraag

je kan met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezonde dingen om te eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 24 - Quizvraag

Vitamines zijn belangrijk bij gezonde voeding.
ze dienen met name als?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reservestof

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen advies van het Voedingscentrum voor gezonde voeding?
A
Eet gevarieerd
B
Eet niet teveel en beweeg voldoende
C
Eet veel groenten, fruit en volkoren brood
D
Eet zo weinig mogelijk onverzadigd vet

Slide 26 - Quizvraag

Gezonde voeding...
A
bevat vooral eiwitten
B
is vooral gevarieerd
C
bevat vooral granen
D
bevat geen vet

Slide 27 - Quizvraag

Sleep de voedingsmiddelen naar het juiste vak in de schijf van 5.
Groen
Oranje
Roze
Blauw
Geel
Salami
Bananen
Eieren
Appels
Margarine
Thee
Granenkoekjes
Toastjes
Aardappelen
Pasta
Kwark
Rodekool

Slide 28 - Sleepvraag

Evaluatie
  1. Wat ging goed?
  2. Wat kan beter ?
  3. Wat kan anders?

Slide 29 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Als je elke dag uit elk vak iets eet, krijg je voldoende voedingsstoffen binnen.

Uit de grote vakken moet je meer eten dan uit de kleine vakken.

Slide 30 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Een groot deel van je voedsel gebruik je als brandstof.
Brandstof geeft je lichaam energie.

De hoeveelheid energie in voedsel wordt aangegeven met kilojoule (kJ).
Een andere eenheid voor energie in voedsel is kilocalorie (kcal).
Je kunt de eenheden naar elkaar omrekenen.



Slide 31 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Hoeveel energie je nodig hebt, verschilt van persoon tot persoon. Het hangt onder andere af van je:
- geslacht (jongens hebben meer energie nodig dan meisjes)
- lichaamsgrootte
- lichamelijke inspanning
- leeftijd (jongeren hebben meer energie nodig dan ouderen)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Wat je eet en hoeveel je eet, heeft invloed op je gewicht.
Meestal geldt: je gewicht blijft gelijk als je evenveel energie opneemt als je verbruikt.

Eet je meer dan je nodig hebt, dan wordt een deel van de voedingsstoffen opgeslagen als reservestof. Meestal is dat vet.

Slide 34 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Eet je minder dan je nodig hebt, dan ga je reservestoffen gebruiken als brandstof voor energie. Dan val je af.

Maar je gewicht heeft ook te maken met erfelijke eigenschappen:
- de een heeft een zwaardere bouw dan een ander
- de stofwisseling kan verschillen
- de dikte van de onderhuidse vetlaag verschilt van persoon tot persoon

Slide 35 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Bij overgewicht of obesitas (ernstig overgewicht) is er teveel vet in het lichaam opgeslagen.

Mensen met overgewicht hebben meer kans op hart- en vaatziekten en diabetes (suikerziekte).
Overgewicht is ook slecht voor de gewrichten.

Slide 36 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Een te laag lichaamsgewicht noem je ondergewicht.
Hierbij kan er een tekort aan voedingsstoffen ontstaan.

Iemand met ondergewicht kan sneller ziek worden en is sneller moe en lusteloos.
Er is een grotere kans op botbreuken.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Mensen met een eetstoornis zijn in hun hoofd de hele dag bezig met eten en drinken. Ze maken zich zorgen over de invloed van eten en drinken op hun lichaam.

Er zijn verschillende eetstoornissen, onder andere:
- anorexia nervosa
- boulimia nervosa
- eetbuistoornis

Slide 39 - Tekstslide

2.5 Gezonde voeding
Oorzaken van eetstoornissen kunnen zijn:
- beïnvloed worden door je cultuur of de media
- ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk (negatief zelfbeeld)
- nare gebeurtenissen in je leven
- angst om de controle te verliezen
- faalangst of perfectionisme

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Aan de slag!
Basisstof 5
-Maak de vragen uit de Lesson-up
- Maak de opdrachten uit je boek
- kijk na

Leren voor de toets
- Analyseer je formatieve toets (als je die al hebt gemaakt)
- Zie de toets in Peppels voor hulpmiddelen
Kies een hulpmiddel en ga hiermee aan de slag.

Zometeen in de les doen we ook nog een quiz.



Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide