In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2 - Rechtsstaat
2.5 Rechtsgebieden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de verschillende rechtsgebieden.
Je weet hoe een burgerlijke rechtszaak verloopt.
Je weet wat een kort geding is.
Je weet wat bestuursrecht is.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Burgerlijk recht
EISER = degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
GEDAAGDE = de persoon van wie iets wordt geëist en die daarom voor de rechter wordt gedaagd.
Dagvaarding? Wat was dat ook alweer?
Slide 6 - Tekstslide
Tot 23 jaar > Kinder- Jeugdrechtswinkel = GRATIS!
daarna > Rechtswinkel of Juridisch loket = GRATIS!
Slide 7 - Tekstslide
Mediation = onafhankelijke bemiddelaar,
66% slagingskans >goedkoper dan rechtszaak!
Slide 8 - Tekstslide
Burgerlijke rechtszaak
Dagvaarding (door eiser) waar en wanneer + eis
Advocaat? Afhankelijk van de ernst van de zaak
Verweer (door gedaagde persoonlijk of door advocaat)
Vonnis: bijv. dwangsom, schadevergoeding voor immmateriele/materiale schade
Slide 9 - Tekstslide
Kort geding
Spoedeisende zaken
Versnelde en vereenvoudigde procedure
In afwachting van bodemprocedure (in praktijk komt het daar meestal niet van)
Slide 10 - Tekstslide
Welke van de beweringen is of zijn juist? I. In een burgerlijke rechtszaak kan de rechter een gedaagde een dwangsom opleggen. II. In het publiekrecht is hoger beroep mogelijk, maar in het privaatrecht is de uitspraak van de rechtbank voor alle partijen definitief en bindend.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.
Slide 11 - Quizvraag
Publiekrecht
Privaatrecht
Strafrecht
Vermogensrecht
Personen- en familierecht
Bestuursrecht
Staatsrecht
Ondernemingsrecht
Slide 12 - Sleepvraag
Een 'kort geding' is:
A
Een versnelde procedure
B
Een procedure over een eenvoudige zaak
C
Een procedure die voor de rechtszaak wordt afgehandeld
D
Een procedure tussen twee burgers
Slide 13 - Quizvraag
Binnen welk rechtsgebied valt een misdrijf.
A
Publiekrecht
B
Privaatrecht
Slide 14 - Quizvraag
Je nieuwe arbeidsovereenkomst valt onder het rechtsgebied...
A
bestuursrecht
B
ondernemingsrecht
C
vermogensrecht
D
staatsrecht
Slide 15 - Quizvraag
Welk rechtsgebied herken je in deze afbeelding?
A
het vermogensrecht
B
het bestuursrecht
C
het strafrecht
D
het staatsrecht
Slide 16 - Quizvraag
Als je een huis koopt, welk rechtsgebied is dan van toepassing?
timer
1:30
timer
0:30
A
ondernemingsrecht
B
vermogensrecht
C
burgerlijk recht
D
hypotheekrecht
Slide 17 - Quizvraag
Wat valt niet onder publiekrecht?
A
privaatrecht
B
bestuursrecht
C
staatsrecht
D
strafrecht
Slide 18 - Quizvraag
overheid handelt vanuit publiekrecht
Overheid handelt vanuit privaatrecht
crimineel straffen
studiefinanciering toekennen
belasting innen
vergunning verlenen
geld lenen
kantoorpand huren
computers kopen
Slide 19 - Sleepvraag
Wat is in hoger beroep gaan?
A
Een betere baan zoeken
B
Een beroep op iemand doen
C
De uitspraak van de rechter accepteren
D
De uitspraak van de rechter aan een hogere rechter voorleggen