Pluriforme Samenleving

Pluriforme Samenleving
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pluriforme Samenleving

Slide 1 - Tekstslide

7.1
Samenleven

Slide 2 - Tekstslide

Waarom zijn tolerantie en respect belangrijk in een pluriforme samenleving? (gebruik in je antwoord de begrippen stereotype en vooroordeel)

Slide 3 - Open vraag

Het Nederlands elftal speelt en in Nederland kleuren de straten oranje. Dit versterkt ........
A
de polarisatie
B
het wij-zij gevoel
C
de discriminatie
D
de integratie

Slide 4 - Quizvraag

De meningsverschillen die er zijn over zwarte piet kunnen ........... veroorzaken.
Welk begrip hoort hierbij?

Slide 5 - Open vraag

De normen, waarden en gewoonten van een groep mensen.
A
Cultuur
B
Dominante Cultuur
C
Subcultuur
D
Etnische groep

Slide 6 - Quizvraag

Iris moet door de week uiterlijk om negen uur naar bed. Dit is een voorbeeld van een ....
A
waarde
B
norm
C
gewoonte
D
eis

Slide 7 - Quizvraag

Dit gezin vindt gezond eten belangrijk. Dit is een voorbeeld van een .....
A
waarde
B
norm
C
gewoonte
D
eis

Slide 8 - Quizvraag

beschuit met muisjes hoort bij een ....
A
subcultuur
B
etnische subcultuur
C
dominante cultuur
D
plaatsgebonden subcultuur

Slide 9 - Quizvraag

Carnaval is een voorbeeld van een plaatsgebonden subcultuur. Leg dit uit.

Slide 10 - Open vraag

Noem een voorbeeld hoe cultuur kan veranderen in de tijd.

Slide 11 - Open vraag

Jan is 16 jaar en mag nog geen alcohol kopen en Harrie die 18 is wel. Dit is een voorbeeld van ......
A
racisme
B
seksisme
C
wetgeving
D
discriminatie

Slide 12 - Quizvraag

Subculturen
  • Etnische subculturen                          afkomst
  • Regionale subculturen                        plaats
  • Religieuze subculturen                       geloof
  • Jeugdculturen                                         generatie

Slide 13 - Tekstslide

Noem twee kenmerken van de islamitische subcultuur.

Slide 14 - Open vraag

7.2
Hokjesdenken

Slide 15 - Tekstslide

"Eigen schuld, ze eten de hele dag bij Mac Donalds." Deze uitspraak is een .......

Slide 16 - Open vraag

Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen.
A
rascisme
B
vooroordelen
C
stereotypen
D
discriminatie

Slide 17 - Quizvraag

Vrouwen krijgen voorrang bij een vacature.
A
Discriminatie
B
Negatieve discriminatie
C
Racisme
D
Positieve discriminatie

Slide 18 - Quizvraag

Angela wordt afgewezen bij een studie omdat ze niet de juiste vooropleiding heeft. Is dit een voorbeeld van discriminatie?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

7.3 Integratie

Slide 20 - Tekstslide

Leg met een voorbeeld uit wat integratie is.

Slide 21 - Open vraag

Wat bevordert succesvolle integratie?
A
Discriminatie
B
Werkgelegenheid
C
Isolatie
D
Onderwijs

Slide 22 - Quizvraag

7.4 Nederland is veranderd

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van racisme?
A
Negeren van iemand om zijn huidskleur
B
Stereotypering van een etnische groep
C
Samenwerken met diverse teams
D
Vriendelijk zijn tegen iedereen

Slide 24 - Quizvraag

Vrouwen en mannen zijn niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Leg uit wat dit betekent.

Slide 25 - Open vraag

7.5 Een inclusieve samenleving

Slide 26 - Tekstslide

Noem drie groepen die deel uitmaken van de LHTBiQ beweging.

Slide 27 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met een inclusieve samenleving?

Slide 28 - Open vraag

3.1 Cultuur

Slide 29 - Tekstslide

Alle waarden en normen en gewoonten die mensen in een bepaalde groep met elkaar delen.
A
Subcultuur
B
Dominante cultuur
C
gelijkwaardigheid
D
Cultuur

Slide 30 - Quizvraag

Alle mensen zijn evenveel waard, in Nederland heb je daarom recht op een gelijke behandeling.
A
Gelijk
B
gelijkwaardigheid
C
rechtvaardigheid
D
rechtsstaat

Slide 31 - Quizvraag

Waarom is de muziek van Jan Smit een voorbeeld van de dominante cultuur?

Slide 32 - Open vraag

Carnaval is een subcultuur die plaatsgebonden is. Leg dit uit.

Slide 33 - Open vraag

Cultuur kan veranderen in de tijd. Een voorbeeld hiervan is .........
A
Zwarte Piet
B
Verdeling werk man en vrouw
C
Geloof
D
Generatie Z

Slide 34 - Quizvraag