4A, Leesvaardigheid 1

4A, Leesvaardigheid 
Examentraining 1 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4A, Leesvaardigheid 
Examentraining 1 

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Stappenplan leesvaardigheid
  • Lire un texte + répondre aux questions
  • Poser des questions

Slide 2 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Tekst lezen volgens onderstaand stappenplan:
  1. titel + plaatjes
  2. vraag lezen
  3. alinea lezen, antwoord markeren
  4. antwoord in NL formuleren
  5. juiste antwoord erbij zoeken

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1: titel + plaatje

Slide 4 - Tekstslide

Stap 2: vraag lezen

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent de vraag "à quoi sert le premier alinéa?"
A
wat betekent de 1e alinea?
B
waartoe dient de 1e alinea?
C
wat is de hoofdgedachte van de 1e alinea?
D
wat is waar volgens de 1e alinea?

Slide 6 - Quizvraag

Stap 3: tekst lezen en markeren

Slide 7 - Tekstslide

Markeren

Slide 8 - Tekstslide

Stap 4: formuleer voor jezelf in het NL een antwoord op de vraag "waartoe dient de 1e alinea?"

Slide 9 - Open vraag

Stap 5: zoek het juiste antwoord

Slide 10 - Tekstslide

A quoi sert le premier alinéa?
A
A décrire la carrière de Stromae depuis le début.
B
A expliquer pourquoi tout le monde aime tellement la chanson Formidable.
C
A illustrer le succès éclatant de Stromae.
D
A montrer pourquoi Paul van Haver a choisi Stromae comme nom d’artiste.

Slide 11 - Quizvraag

Stap 2 : lees de vraag 

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3: lees de tekst
Stap 4: formuleer antw.

Slide 13 - Tekstslide

1. Paul van Haver heeft zijn vader op jonge leeftijd verloren.
2. Als kind droomde Paul van Haver al van een carrière als danser.

Slide 14 - Tekstslide

3. Paul van Haver was een geliefde presentator bij de radiozender NRJ
.

Slide 15 - Tekstslide

wel
niet
Paul van Haver heeft zijn vader op jonge leeftijd verloren.
Als kind droomde Paul van Haver al van een carrière als danser.
Paul van Haver was een geliefde presentator bij de radiozender NRJ. 

Slide 16 - Sleepvraag

1. Wel  --> le père .. tué, Paul 9 ans, père mort 
2. niet --> cours de batterie
3. niet --> un job, un animateur décide de la diffuser

Slide 17 - Tekstslide

Stap 2: lees de vraag

Slide 18 - Tekstslide

Stap 3: lees de tekst
Stap 4: formuleer zelf het antwoord op de vraag en noteer het citaat 
(invoeren bij de volgende slide)

Je zoekt een cadeau voor een vriend. Hij luistert graag naar liedjes over serieuze onderwerpen.  Zou hij een album van Stromae leuk vinden?

Slide 19 - Tekstslide

Stap 4 + 5: formuleer een antwoord op de vraag + beantwoord de vraag en citeer

Slide 20 - Open vraag

Antwoord:
Ja, Stromae zingt over serieuze onderwerpen als ziekte, eenzaamheid en sexisme.

Antwoord op de examenvraag:

Ja, ensuite ses ...

Slide 21 - Tekstslide

Stap 2: lees de vraag

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent de vraag "qu'est-ce qui est vrai selon le 4ème alinéa?"
A
Wat is waar volgens de 4e alinea?
B
Waartoe dient de 4e alinea?
C
Wat is de hoofdgedachte van de 4e alinea?
D
Wat is onjuist aan de 4e alinea?

Slide 23 - Quizvraag

Stap 3: lees de 4e alinea
Stap 4: formuleer je eigen antwoord (invullen op de volgende slide) 

Slide 24 - Tekstslide

Wat is waar volgens de 4e alinea?

Slide 25 - Open vraag

Stromae wordt vergeleken met de Belgische zanger Jacques Brel; ze lijken niet alleen op elkaar qua muziekstijl en de onderwerpen waar ze over zingen maar ook qua uiterlijk

Slide 26 - Tekstslide

Stap 5: Qu’est-ce qui est vrai selon le 4ème alinéa ?
A
Comme Jacques Brel, Stromae a longtemps vécu en marge de la société.
B
La musique de Stromae est plus mélancolique que celle de Jacques Brel.
C
Stromae chante beaucoup de chansons de Jacques Brel.
D
Stromae et sa musique rappellent le chanteur Jacques Brel.

Slide 27 - Quizvraag

Stap 2: lees de vraag

Slide 28 - Tekstslide

Stap 3: lees de tekst

Slide 29 - Tekstslide

Stap 4 + 5: geef antwoord. Formuleer goed! Wat heeft vooral bijgedragen tot het succes "Formidable"?

Slide 30 - Open vraag

Wat vind je van deze
tekstaanpak?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide