1. Hoe kwam deze Duitser tot zijn domme daad? Vul de volgende zin hieronder aan: Hij was van mening dat …
Slide 35 - Open vraag
2. Wat vindt John Biggs van de Playaway? Hij vindt...
A
dat de Playaway makkelijker via internet op te laden zou moeten zijn.
B
de Playaway vooral aantrekkelijk omdat hij makkelijk te gebruiken is.
C
het jammer dat er maar een enkel boek op de Playaway staat.
Slide 36 - Quizvraag
3. Bij al deze toeristische attracties vind je Romeinse overblijfselen. Je wilt ergens heen waar nog steeds opgravingen uitgevoerd worden. Waar ga je dan naar toe? typ het juiste nummer (1,2,3,4,5 of 6).
Slide 37 - Open vraag
4. Welke toon gebruikt de schrijver in deze ingezonden brief?
De toon is (sleep het goed antwoord in de zin)
bewonderend.
bezorgd.
onverschillig.
spottend.
woedend.
Slide 38 - Sleepvraag
5. What is the function of the first paragraph? The writer wants...
A
to create a certain atmosphere for the reader.
B
to describe the different aspects of a special park.
C
to draw attention to the dangers of the jungle.
D
to show the reader some unknown sides of cat-like animals.
Slide 39 - Quizvraag
6. What makes the Night Safari Park attractive to visitors, according to lines 1-12?
A
It gives them an opportunity to watch animals under unique conditions.
B
It has a collection of rare species that you will not find in other zoos.
C
It is situated in the middle of a big city.
D
It welcomes visitors nearly 24 hours a day.
Slide 40 - Quizvraag
7. “Even so, the old rules about animals still apply.” (lines 14 and 15) What does the writer want to point out?
A
Animals get lazy when everything is done for them.
B
Animals often do not behave in the way we expect them to.
C
These animals are still wild, so they can be quite dangerous.
D
These animals usually hate to perform tricks.
Slide 41 - Quizvraag
8. “My advice is …” (line 23) What does Sophie Campbell’s advice come down to according to lines 23-25?
A
Don’t follow the crowd!
B
Enjoy the show!
C
Travel lightly!
D
Watch your step!
Slide 42 - Quizvraag
9. Kies bij open plek 9 in de tekst het juiste antwoord
A
cultivated foods
B
local wildlife
C
vegetarian kitchen
D
wild plants around
Slide 43 - Quizvraag
10. Kies bij open plek 10 in de tekst het juiste antwoord
A
As a result
B
Instead
C
Nevertheless
D
To sum up
Slide 44 - Quizvraag
11. Kies bij open plek 11 in de tekst het juiste antwoord
A
financial profit
B
growth in consumption
C
reduction
D
substitution
Slide 45 - Quizvraag
12. Kies bij open plek 12 in de tekst het juiste antwoord
A
cheap
B
healthy
C
poor
Slide 46 - Quizvraag
13. Kies bij open plek 13 in de tekst het juiste antwoord
A
frozen
B
imported
C
produced
D
wasted
Slide 47 - Quizvraag
14. Kies bij open plek 14 in de tekst het juiste antwoord
A
because
B
moreover
C
therefore
D
whereas
Slide 48 - Quizvraag
15. Je wilt met je vriend naar War of the Worlds. Je bestelt van tevoren telefonisch kaartjes voor deze film en vraagt je zus of zij deze kaartjes voor jou wil afhalen. Welke twee dingen moet je zus laten zien als ze de kaartjes afhaalt?
Slide 49 - Open vraag
Dit is het einde van de leestoets
Heb je bij elke vraag een antwoord ingevuld?
Dan ben je klaar met de toets!
Slide 50 - Tekstslide
Now
Homework ex 11 t/m 14 done?
Let me check !!
Do slim stampen online !
Slide 51 - Tekstslide
Aras
Bade
Reva
Tuana
Zuzanna
Esma
Zaria
Demi
Nikky
Esther
Tuana
Ceylin
David
Milan
Marina
Merve
Jeppe
Rami
Mike
Thijmen
Luuk
Mees
Thom
Noud
Cinar
Sven
Florian
Levi Tolga
Nawaz
Yelkan
Teacher
Classroom Seating chart 3A
Kaan
Slide 52 - Tekstslide
Day
Activities
Goals
Tuesday
Start chapter 1
Watching
Theme words
Practise listening skills . You can describe people.
Wednesday
Reading test
Tips & training
Mock test
You have estimated your reading skills
Tuesday
Reading C
Finish the reading test up
Reading skills
This week
Slide 53 - Tekstslide
Slide 54 - Video
Slide 55 - Tekstslide
Today's class
At the end of this lesson...
... I have practised my reading & watching skills.
... I have learned new vocabulary.
... I know why we laugh and about different types of laughter.
Slide 56 - Tekstslide
First, a quiz...
During this lesson, we are going to read a text about why people laugh, and about different types of laughter.
To understand this text better, we are going over a couple of new words used in this text.
Slide 57 - Tekstslide
anxiety
A
toestemming
B
bezorgdheid
C
vijandigheid
D
duidelijkheid
Slide 58 - Quizvraag
behaviour
A
gesprek
B
besmettelijk
C
gedrag
D
gebarentaal
Slide 59 - Quizvraag
common
A
veelvoorkomend
B
uitzondering
C
kwestie
D
gebouw
Slide 60 - Quizvraag
contagious
A
verslavend
B
besmettelijk
C
geneigd
D
schaamtevol
Slide 61 - Quizvraag
The student was ill and had to ..... (hoesten) a lot.
Slide 62 - Open vraag
onbeleefd
A
polite
B
anxious
C
unkind
D
impolite
Slide 63 - Quizvraag
I ...... (opmerken) that you are sad. Do you need my help?
A
guess
B
notice
C
see
D
know
Slide 64 - Quizvraag
I think Math lessons are boring. They always make me ....... (gapen)
Slide 65 - Open vraag
It's you! I didn't ........ (herkennen) you!
Slide 66 - Open vraag
Occur
A
plaatsvinden
B
tegenkomen
C
nakomen
D
opkomen voor
Slide 67 - Quizvraag
Slide 68 - Video
00:39
Wat gebeurt er met je spieren als je lacht?
Slide 69 - Open vraag
02:40
Wat wordt hier gezegd over het nut van lachen?
Slide 70 - Open vraag
03:29
Waarom lachen wij harder dan dieren?
Slide 71 - Open vraag
04:31
Noem 2 dingen waar lachen goed voor is
Slide 72 - Open vraag
Wat gebeurt er met je lichaam als je lacht?
Slide 73 - Woordweb
Stap 1: Globaal lezen!
Strategy/Strategie
Lees de titel - Waar gaat de tekst over?
Lees de inleiding - Wat is het hoofdidëe?
Lees de tekst een keer - Markeer de belangrijke dingen.
Geen paniek!
Slide 74 - Tekstslide
Stap 2: Lees de vragen/opdrachten!
Strategy/Strategie
Lees elke vraag.
Zoek de woorden dat je niet begrijpt op met behulp van je woordenboek.
Schrijf de vertaling op in het boek.
Wat is het sleutelwoord in de vraag?
Slide 75 - Tekstslide
Step 3: Zoekend lezen!
Strategy/Strategie
Zoek de sleutelwoorden van de vraag op in de tekst.
Lees elke alinea.
Zoek het hoofdidee.
Zoek de (belangrijke)woorden dat je niet begrijpt op.