In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
7.4 regeren
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt het bestuur van Nederland schematisch weergeven.
Je kunt benoemen wat de taken van de Tweede en Eerste Kamer zijn, hoeveel leden beide Kamers hebben en hoe ze worden gekozen.
Je kunt de volgende begrippen omschrijven: Eerste Kamer, Tweede Kamer, evenredige vertegenwoordiging, coalitie en oppositie, minister, staatssecretaris, kabinet, regering.
Je kunt uitleggen hoe politieke beslissingen in Nederland worden genomen.
Slide 2 - Tekstslide
1.1 De Nederlandse staatsinrichting nu
Begrippen:
NL = parlementaire democratie
NL = constitutionele monarchie
NL = een rechtsstaat
wat betekent dit?
Nu hoe werkt het bestuur van Nederland?
Slide 3 - Tekstslide
Trias politica
Scheiding der machten.
Wetgevende macht = parlement
Uitvoerende macht = regering
Rechtsprekende macht = onafhankelijke rechters
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Het parlement
Bestaat uit: Eerste en Tweede Kamer --> Samen: wetgevende macht
Tweede Kamer: 150 volksvertegenwoordigers.
1x in de 4 jaar gekozen door het volk (17 maart 2021)
Onderverdeeld in fracties: groep kamerleden uit dezelfde partij
Taken: vergaderen over wetsvoorstellen ministers, zelf wetsvoorstellen indienen, wetsvoorstellen goedkeuren/afkeuren/wijzigen
Controleren of ministers goed hun werk doen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Het parlement
Eerste Kamer:
75 leden, gekozen door Provinciale Staten
Taken: controleren of besluitvorming Tweede Kamer goed verlopen is, wetsvoorstellen goed of afkeuren, niet veranderen
Wordt een wetsvoorstel afgekeurd? Dan moet het terug naar Tweede Kamer + ministers
Slide 9 - Tekstslide
Eerste Kamer
Slide 10 - Tekstslide
Van wetsvoorstel
tot wet
Slide 11 - Tekstslide
Wie mogen met een wetsvoorstel komen?
Ministers (ondersteuning vanuit een ministerie)
Kamerleden mogen met een voorstel voor een nieuwe wet komen (recht van initiatief) of een wijziging op een wetsvoorstel indienen (recht van amendement)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Samenwerken
Sinds 1917: Evenredige vertegenwoordiging -->
Alle (geldige) stemmen gedeeld door aantal Kamerzetels (150) --> bepalen hoeveel stemmen nodig zijn voor 1 zetel.
(b.v. 13.000.000: 150=87.000 stemmen nodig voor 1 zetel.)
Partijen moeten samenwerken om een meederheid in de Tweede Kamer te hebben --> 76 zetels minimaal.
Na verkiezingen: informateur --> wie willen samenwerken?
Slide 17 - Tekstslide
https:
Slide 18 - Link
Samenwerken
Informateur doet voorstel voor een mogelijke coalitie:
De partijen die gaan samenwerken om het land te besturen.
Oppositie = partijen die niet meedoen aan de coalitie.
Slide 19 - Tekstslide
coalitie en oppositie
coalitie
oppositie
steunt
andere ideeën
regering
Slide 20 - Tekstslide
Video
Oppositie en coalitie
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Tekstslide
Kabinet en regering
Kabinet = minsters + staatssecretaris
Regering = ministers + koning
Regering regelt het dagelijks bestuur
Koning vooral symbolische functie
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt het bestuur van Nederland schematisch weergeven.
Je kunt benoemen wat de taken van de Tweede en Eerste Kamer zijn, hoeveel leden beide Kamers hebben en hoe ze worden gekozen.
Je kunt de volgende begrippen omschrijven: Eerste Kamer, Tweede Kamer, evenredige vertegenwoordiging, coalitie en oppositie, minister, staatssecretaris, kabinet, regering.
Je kunt uitleggen hoe politieke beslissingen in Nederland worden genomen.