Het bijvoeglijk naamwoord

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Was werden wir heute machen?
- Lidwoord & Bezittelijk voornaamwoord wiederholen
- Het bijvoeglijk naamwoord
- Aufgabe 20 teilweise zusammen
- Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Het lidwoord in de eerste naamval: Welke van de onderstaande rijtjes klopt? (2 zijn goed)
A
der, die, das, die
B
ein, eine, ein, eine
C
den, die, das, die
D
ein, eine, ein, keine

Slide 3 - Quizvraag

Het lidwoord in de vierde naamval: Welke van de onderstaande rijtjes klopt? (2 zijn goed)
A
der, die, das, die
B
einen, eine, ein, keine
C
den, die, das, die
D
einen, eine, ein, eine

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een bezittelijk voornaamwoord? + geef een paar voorbeelden (in het NL)

Slide 5 - Woordweb

Wat zijn de Duitse bezittelijke voornaamwoorden?

Slide 6 - Woordweb

Naar welk tabel kijk je voor de vervoeging van het bezittelijke voornaamwoord?
A
Der-Gruppe
B
Der- en Ein-Gruppe
C
Ein-Gruppe
D
Ein- en Der-Gruppe

Slide 7 - Quizvraag

Hoe bepaal je de naamval van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
Seite 104 im Textbuch
Grammatik D
Die gelde Karte

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan bijvoeglijk naamwoord
Stap 1. schema: 
Is het woord voor het bijvoeglijk naamwoord een der-/ein-Gruppe? Gebruik die groep dan ook. (kijk boven het tabel op gele kaart)
Stap 2. kolom:
Kijk of het woord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is. Gebruik die groep. 
Stap 3. welke naamval:
1. staat er een voorzetsel (durch,für,ohne,gegen,um) dan 4e
2. Zo niet? Dan hij/hem-proef toepassen.

Slide 12 - Tekstslide

Aufgabe 20 
Seite 84 im Arbeitsbuch
Benutze die gelde Karte

Slide 13 - Tekstslide

Ich habe mein ....... Handy (das) bei meiner Freundin liegengelassen.
BN: neu
A
neues
B
neu
C
neuer
D
neue

Slide 14 - Quizvraag

Ich gehe nie ohne meine .... Freundin (die) in die Stadt.
BN: best
A
besten
B
bestes
C
beste
D
bester

Slide 15 - Quizvraag

Hast du diesen .... Film (der) schon gesehen?
BN: spannend
A
spannende
B
spannenden
C
spannender
D
spannendes

Slide 16 - Quizvraag

Sein .... Freund (der) war auch da.
BN: lieb
A
lieben
B
liebe
C
liebes
D
lieber

Slide 17 - Quizvraag

Am Freitag spielen wir gegen diese .... Mannschaft (die).
BN: stark
A
starkes
B
starken
C
starke
D
starker

Slide 18 - Quizvraag

Wat vond je van deze les?

Slide 19 - Woordweb

Die Hausaufgaben:
Aufgaben 19 + 20
Online auf Malmberg 
Kapitel 5 (H5)
Für Donnerstag 28 Jan

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide